ECLI:NL:GHSHE:2019:4688

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 december 2019
Publicatiedatum
24 december 2019
Zaaknummer
20-003717-17 (ta)
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek in hoger beroep naar aanleiding van getuigenverklaringen in een strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 18 december 2019 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte, geboren in 1983, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 24 november 2017. Tijdens de zitting heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die het hof verzocht het vonnis te bevestigen, met uitzondering van de beslissing op de vordering van de benadeelde partij. De advocaat-generaal vorderde een schadevergoeding van € 563,77, bestaande uit materiële en immateriële schade.

Het hof heeft echter geconstateerd dat het onderzoek niet volledig is geweest. Getuigenverklaringen van [getuige 2] en [getuige 3] hebben aangetoond dat er mogelijk relevante informatie ontbreekt. Het hof heeft besloten het onderzoek te heropenen en getuige [getuige 1] te horen over het ten laste gelegde feit, met name over de omstandigheden die aan de vermeende geweldsdaad van de verdachte voorafgingen. De verdediging heeft primair bepleit dat de verdachte vrijgesproken dient te worden op basis van noodweer, en subsidiair verzocht om aanhouding van de zaak om getuige [getuige 1] te horen.

Het hof heeft de zaak geschorst en de oproeping van getuige [getuige 1] bevolen voor een nog nader te bepalen terechtzitting. De beslissing om het onderzoek te heropenen is genomen om te waarborgen dat alle relevante feiten en omstandigheden in de beoordeling worden meegenomen. De griffier, mr. F. van Stralen, heeft de zitting bijgewoond, en mr. E.E. van der Bijl was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen. De zaak zal verder worden behandeld door de zesde strafkamer van het hof.

Uitspraak

Parketnummer : 20-003717-17
Uitspraak : 18 december 2019
TEGENSPRAAK

Tussenarrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 24 november 2017 in de strafzaak met parketnummer 01-132488-17 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal bevestigen met uitzondering van de beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] en, in zoverre opnieuw rechtdoende, de vordering tot schadevergoeding zal toewijzen tot een bedrag van € 563,77, bestaande uit € 63,77 materiële schadevergoeding en € 500,00 immateriële schadevergoeding.
De verdediging heeft:
  • primair bepleit dat de verdachte integraal van het ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken, omdat hem een beroep op noodweer toekomt;
  • subsidiair – in het geval het hof tot enige bewezenverklaring komt – het hof verzocht de zaak aan te houden en te verwijzen naar de raadsheer-commissaris teneinde de heer [getuige 1] als getuige te doen horen;
  • meer subsidiair een strafmaatverweer gevoerd;
  • gevorderd dat het hof in verband met de bepleite vrijspraak de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] zal afwijzen, dan wel de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk zal verklaren in zijn vordering tot schadevergoeding.
Overwegingen
Tijdens de beraadslaging in raadkamer is gebleken, dat het onderzoek niet volledig is geweest.
Uit het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] door de raadsheer-commissaris d.d. 15 februari 2019 volgt dat getuige [getuige 2] heeft verklaard:

ik zie op het filmpje een persoon met lichtblauwe bovenkleding. Dat is een gepensioneerd architect uit Oss die probeerde de boel te sussen. Hij heeft waarschijnlijk de klappen gezien. Omdat hij bij de bouw van mijn huis als architect heeft opgetreden, heb ik zojuist op uw verzoek mijn echtgenote telefonisch geraadpleegd, zodat ik hier nu kan zeggen dat deze persoon [getuige 1] heet.’
Getuige [getuige 3] heeft tijdens het verhoor van de raadsheer-commissaris op 15 februari 2019 eveneens verklaard dat
‘een van de mensen die de gehele tijd aanwezig was, meneer [getuige 1] was’.
Gelet daarop acht het hof het noodzakelijk om [getuige 1] te horen over het ten laste gelegde feit, met name ook over wat aan het slaan door verdachte van aangever is voorafgegaan ter beoordeling van het noodweerverweer dat zijdens verdachte is gevoerd. Daartoe zal het hof het onderzoek heropenen en op de nog nader te bepalen terechtzitting van dit hof [getuige 1] als getuige horen.

BESLISSING

Het hof:
-
heropenthet onderzoek ter terechtzitting;
-
schorsthet onderzoek ter terechtzitting ambtshalve voor onbepaalde tijd (
aan te brengen bij de zesde strafkamer van dit hof (met als leden bij voorkeur mrs. Hilverda en Hödl), verwachte behandelduur: 45 minuten);
  • beveeltde oproeping van verdachte tegen de dag en het tijdstip van de nog nader te bepalen terechtzitting;
  • beveeltde kennisgeving van de dag en het tijdstip van de nog nader te bepalen terechtzitting aan de raadsman van verdachte, mr. T.W. Gijsberts, advocaat te Amsterdam;
  • beveeltde kennisgeving van de dag en het tijdstip van de nog nader te bepalen terechtzitting aan de benadeelde partij [benadeelde] ;
  • steltde stukken, voorzover van belang, in handen van de advocaat-generaal teneinde de zogeheten NAW-gegevens van [getuige 1] te achterhalen, eventueel door middel van bevraging (door de politie) van [getuige 2] ;
-
beveeltde oproeping als getuige tegen de dag en het tijdstip van de nog nader te bepalen terechtzitting van:
o [getuige 1] .
Aldus gewezen door:
mr. P.J. Hödl, voorzitter,
mr. C.M. Hilverda en mr. E.E. van der Bijl, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. F. van Stralen, griffier,
en op 18 december 2019 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. E.E. van der Bijl is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.