Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant 1] ,
[appellante 2],
[appellant 3],
[appellante 4]allen wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/316566 / HA ZA 17-39)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep met productie;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep met productie;
- het pleidooi, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd.
3.De beoordeling
€ 4.599,21 aan [appellanten 2 c.s.] (productie 6 bij de inleidende dagvaarding).
“(…) je zou afgelopen weekeinde een (aangepaste) offerte mailen, maar ik heb tot op heden nog niets van je ontvangen. (…)”.Daarop heeft [geïntimeerde] [appellanten 2 c.s.] bij e-mail van 11 september 2014 laten weten:
“(…) Ik kijk vanmiddag direct even Als ik op de zaak ben (…) Ik sms je even als ik hem nogmaals verstuur (…)”.
“Gelieve offerte voor akkoord getekend retour: [e-mailadres] ” en “ [webadres] , [adres 3] , [postcode] [vestigingsplaats] (…)”.
“(…) Heb je al duidelijkheid wanneer de kozijnen geplaatst kunnen worden? (…)”.Daarop heeft [geïntimeerde] bij e-mail van 16 september 2014 aan [appellanten 2 c.s.] laten weten:
“(…) Zit op een telefoontje te wachten (…) en dan laat ik je het meteen weten . (…)”.
“(…) Realiseerde me ineens dat ik ben vergeten je te antwoorden op de datum voor het plaatsen van de kozijnen. Wij zijn akkoord. We gaan van de week vast beginnen met binnen zaken weg te halen, zodat we (…) meteen aan de gang kunnen. (…)”.
“(…) Alles wat met montage te maken heeft is de verantwoordelijkheid van de installateur en dat ben ik in deze niet geweest. Dus deze punten moeten jullie bespreken met [geïntimeerde] . (…)”.
“(…) Wat betreft de schade door montage en transport, wie waarvoor verantwoordelijk is en wie wat herstelt dat moeten jij en [geïntimeerde] maar onderling uitmaken. Wij willen gewoon dat alles netjes gerepareerd wordt en dat de zaken functioneren zoals het hoort. Daarbij is een deel van de montageschade ontstaan doordat de kozijnen in eerste instantie de verkeerde maten hadden. (…)”.
Daarop heeft [contactpersoon bij GS Kozijnen] bij e-mail van 3 februari 2015 aan [appellanten 1 c.s.] en [appellanten 2 c.s.] onder meer laten weten:
“(…) Ik heb [geïntimeerde] op jullie verzoek geïntroduceerd omdat jullie op zoek waren naar een installateur. Vanaf het begin heb ik duidelijk gemaakt dat [geïntimeerde] zelfstandig en los van mij opereert en dat hij apart zal factureren zonder dat ik daar tussen zit. (…) Dus aangaande de ontstane schade die is ontstaan tijdens de installatie verwijs ik jullie nogmaals door naar [geïntimeerde] . (…)”.
“(…) De montageschade zullen we opnemen met [geïntimeerde] (…).”
“(…) Op verzoek van (…) [appellanten 1 c.s.] heb ik een offerte uitgebracht voor het plaatsen van kozijnen (…). De (…) offerte is echter niet geaccepteerd. Er is geen overeenkomst gesloten. In verband daarmee zijn door mij geen werkzaamheden verricht.Ik ben daarmee geen partij. (…)”.
“(…) Cliënt stelt u bij deze, voor zover nodig gezien de eerdere aansprakelijkstelling van (…) [appellanten 1 c.s.] , aansprakelijk voor de geleden en nog te lijden schade vanwege de gebrekkig plaatsing van de kozijnen. (…)”.Bij diezelfde brief is [geïntimeerde] in de gelegenheid gesteld tot herstel, bij uitblijven waarvan rechtsmaatregelen zijn aangekondigd.
Het hof ziet aanleiding om deze grief eerst te behandelen.
Voor zover [appellanten 1 c.s.] en [appellanten 2 c.s.] hebben bedoeld te stellen dat enkel de schade als gevolg van de plaatsing (onder iv) hen recht geeft op een schadevergoeding ter hoogte van de volledige kosten van de vervanging, wordt ook dat standpunt door het hof verworpen. Reeds uit het eigen relaas van [appellanten 1 c.s.] en [appellanten 2 c.s.] blijkt dat het overgrote deel van de schade aan de kozijnen al was ontstaan voordat met de plaatsing ervan een aanvang werd gemaakt. Dat geldt met name voor de schade als gevolg van het ‘op maat’ zagen van de kozijnen, terwijl juist deze schade naar haar aard bezien aanleiding kan geven tot de vervanging van de kozijnen. Uit het eigen relaas van [appellanten 1 c.s.] en [appellanten 2 c.s.] volgt dat specifiek ten gevolg van de plaatsing enkele door hamerslagen veroorzaakte butsen in het hout van een van de kozijnen van nr. 11 zijn ontstaan, terwijl de wijze van plaatsen van de kozijnen daarnaast heeft geleid tot het afbreken van een hoek van dat kozijn. Van andere schade ten gevolge van de plaatsing ontstane schade maken [appellanten 1 c.s.] en [appellanten 2 c.s.] geen melding. [appellanten 1 c.s.] en [appellanten 2 c.s.] hebben niet toegelicht waarom de beperkte schade dan als gevolg van de plaatsing van de kozijnen dient te leiden tot de volledige vervanging ervan.
De stellingen van [appellanten 1 c.s.] en [appellanten 2 c.s.] bieden geen aanknopingspunten voor het maken van het onderscheid tussen de schade die niet en de schade die (eventueel, zie grief I) wél voor rekening van [geïntimeerde] komt. Datzelfde geldt voor de door hen overgelegde offertes, die enkel zien op de vervanging van de kozijnen, en voor het rapport van [deskundige] (productie 17 bij inleidende dagvaarding).