Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[de VOF] VOF,
2. [appellant 2] ,
3. [appellante 3] ,
4. [appellant 4] ,
5.Het verdere verloop van het geding
6.De verdere beoordeling
“Ik weet zeker dat ik de kranen, dus de gas- en waterkraan in deze caravan van mevrouw [geïntimeerde] heb dichtgedraaid”. Vervolgens is [appellant 2] de mail van 23 februari 2016 (productie 9 bij inleidende dagvaarding) voorgehouden waarin staat dat niet is uitgesloten dat [appellant 2] de gaskraan is vergeten dicht te draaien. In het licht van die mail is [appellant 2] nogmaals gevraagd of hij werkelijk zeker weet dat hij de gaskraan van de caravan van [geïntimeerde] heeft dichtgedraaid waarop hij heeft geantwoord dit echt zeker te weten. Desgevraagd kan [appellant 2] geen verklaring geven voor het waterverbruik dat valt terug te rekenen tot op de datum van de door hem uitgevoerde werkzaamheden, dat wil zeggen dat het waterverbruik correspondeert met het open laten staan van de kranen en het constant stromen van het water. Tenslotte is [appellant 2] de foto voorgehouden die als productie 27 bij conclusie van repliek in het geding is gebracht, dat is een foto van het kastje waarin zich de gaskraan bevindt. [appellant 2] valt op dat op die foto het slotje niet recht staat maar scheef. Het slotje hoort “op twaalf uur” te staan.