ECLI:NL:GHSHE:2019:4588
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis in drugszaak met verbetering van de bewijsvoering en strafvermindering wegens overschrijding van de redelijke termijn
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 5 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 18 september 2017. De verdachte was betrokken bij een drugszaak en had hoger beroep ingesteld tegen het eerdere vonnis. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar met een belangrijke verbetering in de bewijsvoering. Het hof constateerde dat in de bewijsmiddelen van de rechtbank onderdelen waren opgenomen die niet redengevend waren voor het bewijs. Deze passages zijn geschrapt en de bewijsvoering is verbeterd.
Daarnaast heeft het hof rekening gehouden met de aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn. De redelijke termijn is overschreden met bijna twee jaar, wat niet aan de verdachte te wijten was, maar voortkwam uit de complexiteit van het strafrechtelijk onderzoek waarin de zaak van de verdachte was opgenomen. Het hof heeft vastgesteld dat de behandeling in eerste aanleg niet binnen de redelijke termijn is afgerond en dat ook in hoger beroep de termijn niet is nageleefd.
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft het hof deze termijnoverschrijding in overweging genomen. Zonder deze overschrijding zou een zwaardere straf zijn opgelegd, maar nu volstond het hof met het opleggen van een taakstraf en een voorwaardelijke straf zoals door de rechtbank was opgelegd. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal gevolgd, met uitzondering van de opgelegde straf, en heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis.