ECLI:NL:GHSHE:2019:4585
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis in hoger beroep met betrekking tot strafmaat en bewijsvoering
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 5 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 18 september 2017. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand en een taakstraf van 100 uren. Het hof heeft het beroep van de verdachte behandeld en is tot de conclusie gekomen dat het vonnis van de rechtbank in stand kan blijven, met uitzondering van de bewijsvoering. Het hof heeft vastgesteld dat bepaalde passages in het proces-verbaal van verhoor van de verdachte niet relevant zijn voor het bewijs en deze passages zijn geschrapt. De bewijsvoering is verbeterd en het hof heeft de strafmotivering aangevuld. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het vonnis zou bevestigen, maar met een aanpassing van de strafmaat. De verdediging heeft vrijspraak bepleit, maar het hof heeft de opgelegde straf bevestigd, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn. Het hof heeft geoordeeld dat de redelijke termijn met bijna twee jaar is overschreden, wat niet aan de verdachte te wijten is. Gezien deze overschrijding heeft het hof besloten om de straf te handhaven zoals door de rechtbank was opgelegd, met een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf.