ECLI:NL:GHSHE:2019:4506
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ondertoezichtstelling van een minderjarige in hoger beroep
In deze zaak gaat het om de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2004, die onder toezicht is gesteld van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering. De moeder, appellante in deze zaak, heeft in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank Limburg te vernietigen. De rechtbank had op 1 juli 2019 besloten om de minderjarige onder toezicht te stellen tot 1 juli 2020. De moeder is van mening dat de ondertoezichtstelling niet nodig is, omdat de hulp in het vrijwillig kader toereikend is en zij deze hulp accepteert. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 november 2019 is de moeder niet verschenen, maar heeft zij wel een brief overgelegd van haar coach. De GI heeft aangegeven dat er nog steeds zorgen zijn over de ontwikkeling van de minderjarige, die in het verleden al twee keer eerder onder toezicht is gesteld. Het hof heeft de minderjarige in de gelegenheid gesteld haar mening kenbaar te maken, wat zij heeft gedaan door een brief te sturen. Het hof overweegt dat de ontwikkeling van de minderjarige ernstig wordt bedreigd en dat de moeder, ondanks haar inspanningen, niet in staat is om de situatie zelfstandig te verbeteren. Het hof bekrachtigt daarom de beschikking van de rechtbank en stelt de ondertoezichtstelling van de minderjarige in stand.