dat verdachte, indien de opheffing van de schorsing mocht worden bevolen, zich aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis niet zal onttrekken;
dat verdachte, ingeval hij wegens het feit waarvoor voorlopige hechtenis is bevolen, tot andere dan vervangende vrijheidsstraf zou worden veroordeeld, zich aan de tenuitvoerlegging daarvan niet zal onttrekken;
dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
dat verdachte gedurende de schorsing van de voorlopige hechtenis geen strafbare feiten zal plegen;
dat verdachte gehoor zal geven aan alle oproepingen van politie en justitie;
dat verdachte zich onder toezicht zal stellen van de Jeugdreclassering en zich zal houden aan de door die instelling te geven aanwijzingen;
dat verdachte zich uiterlijk binnen 3 werkdagen na aanvang van de schorsing zal melden bij de Jeugdreclassering, [adres jeugdreclassering] );
dat verdachte zich gedurende de schorsing zal onthouden van
elkcontact met de [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ;
dat verdachte zich op de dag van de einduitspraak in eerste aanleg uiterlijk te 08.30 uur zal melden bij de dienstdoende politieambtenaar in het gerechtsgebouw van de [rechtbank]
Aldus gedaan op 24 januari 2019
door mr. E.A.A.M. Pfeil, voorzitter, mr. F.J.M. Walstock en mr. G.P.M.F. Mols, raadsheren, in tegenwoordigheid van mr. R.M. Gloudemans, griffier.