Het hof oordeelt als volgt. De vrouw heeft haar stelling dat de hofnorm een goede maatstaf is voor de berekening van de huwelijksgerelateerde behoefte, in hoger beroep toegelicht aan de hand van een behoeftelijst. Nu de man deze behoeftelijst (deels) heeft betwist, zal het hof de diverse posten op de lijst beoordelen.
De woonlasten van de vrouw zijn niet in geschil.
Ten aanzien van de vervoerskosten overweegt het hof dat nu de vrouw nader heeft toegelicht dat zij een auto nodig heeft voor haar werk en de kosten van vervoer zoals vermeld op de behoeftelijst niet onredelijk zijn, zal het hof met een bedrag van € 204,- per maand rekening houden.
Ten aanzien van de telefoonkosten heeft de vrouw erkend dat het om meerdere toestellen gaat en nu zij niet heeft uitgelegd waarom het nodig is om meer dan één telefoonabonnement te hebben, zal het hof slechts met de helft van de opgevoerde kosten van € 81,- ofwel met (afgerond) € 41,- rekening houden.
De kosten van vakantie en ontspanning heeft de man op de mondelinge behandeling gemotiveerd betwist en hij heeft gesteld dat partijen slechts eenmaal per jaar op vakantie gingen naar een bungalowpark, hetgeen door de vrouw niet is weersproken. Het hof ziet om die reden aanleiding om de door de vrouw opgevoerde kosten van vakantie en ontspanning met een bedrag van € 75,- per maand te verminderen.
De stelling van de man dat de vrouw bij haar ouders eet en daardoor geen kosten heeft, passeert het hof nu deze kosten behoren tot de eerste levensbehoeften en deze kosten waar dan ook door de vrouw worden gemaakt. Het door de vrouw ten aanzien hiervan genoemde bedrag van € 200,- per maand komt het hof niet onredelijk voor en het hof zal dan ook dit bedrag aanhouden.
Het hof zal verder rekening houden met een bedrag aan € 100,- aan aflossing op schulden, nu dit huwelijkse schulden betreft en de man zich hiertegen niet heeft verweerd. De man heeft wel verweer gevoerd tegen de opgevoerde bedragen ten aanzien van schulden bij Oxxio en de gemeente. De vrouw heeft gezien die betwisting niet nader toegelicht dat dit schulden zijn waarop ook tijdens het huwelijk werd afbetaald, of waardoor deze schulden zijn ontstaan. Het bedrag dat als schuld aan de gemeente is opgenomen betreft een jaarbedrag en geen maandelijkse last.
Het hof houdt rekening met de door de vrouw opgevoerde ziektekosten nu daarvan bewijsstukken zijn overgelegd.
Nu de overige posten (kleding, TV en internet) niet onredelijk zijn, gaat het hof daar van uit.
De vrouw heeft aldus aan de hand van de behoeftelijst onderbouwd dat haar nettolasten
€ 1.537,- per maand bedragen. Het hof acht het redelijk om de behoefte van de vrouw op dit bedrag te begroten en neemt daarbij in aanmerking dat het bedrag aansluit bij de behoefte die volgt uit toepassing van hofnorm.