ECLI:NL:GHSHE:2019:4402

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
5 december 2019
Publicatiedatum
5 december 2019
Zaaknummer
200.255.714_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag en benoeming van bewindvoerder in hoger beroep

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, is op 5 december 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende het ontslag van de bewindvoerder van de rechthebbende. De rechthebbende, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. E.W.M. ter Meulen-Mouwen, had in beroep de vernietiging van een eerdere beschikking van de rechtbank Limburg verzocht, waarin het verzoek tot ontslag van de bewindvoerder was afgewezen. De rechthebbende voerde aan dat er gewichtige redenen waren voor ontslag, waaronder een gebrek aan communicatie en een slechte uitoefening van het bewind door de huidige bewindvoerder, [Bewindvoeringen] Bewindvoeringen B.V.

Tijdens de mondelinge behandeling op 31 oktober 2019 zijn zowel de rechthebbende als de bewindvoerder gehoord. De bewindvoerder betwistte de beschuldigingen en stelde dat de communicatie goed verliep. Het hof heeft vastgesteld dat er een onherstelbare vertrouwensbreuk was ontstaan tussen de rechthebbende en de bewindvoerder. De bewindvoerder gaf uiteindelijk aan bereid te zijn om plaats te maken voor de door de rechthebbende voorgestelde opvolgend bewindvoerder, [opvolgend bewindvoerder].

Het hof heeft geoordeeld dat de omstandigheden voldoende aanleiding gaven om de huidige bewindvoerder te ontslaan en de voorgestelde opvolgend bewindvoerder te benoemen. De beschikking van de rechtbank Limburg is vernietigd, en met ingang van 5 december 2019 is de bewindvoerder ontslagen en de nieuwe bewindvoerder benoemd. Tevens zijn er voorwaarden gesteld aan de afhandeling van de eindrekening en -verantwoording door de ontslagen bewindvoerder.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak: 5 december 2019
Zaaknummer: 200.255.714/01
Zaaknummer eerste aanleg: 7321675 BM VERZ 18-4734
in de zaak in hoger beroep van:
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
hierna te noemen: de rechthebbende,
advocaat: mr. E.W.M. ter Meulen-Mouwen.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
[Bewindvoeringen] Bewindvoeringen B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verweerder,
hierna te noemen: de bewindvoerder.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht van 11 februari 2019.

2.Het geding in hoger beroep

2.1.
Bij beroepschrift van 1 maart 2019, met producties, ingekomen ter griffie van het hof op 4 maart 2019, heeft de rechthebbende verzocht de bestreden beschikking te vernietigen c.q. te herzien en alsnog het verzoek van appellant geïntimeerde te ontslaan als bewindvoerder, met benoeming van de heer [opvolgend bewindvoerder] kantoorhoudende te [kantoorplaats] als nieuwe bewindvoerder toe te wijzen. Het verzoek om geïntimeerde in de kosten vallende op deze procedure te veroordelen is door de rechthebbende tijdens de mondelinge behandeling bij het hof ingetrokken.
2.2.
Er is geen verweerschrift ingekomen.
2.3.
Het hof heeft voorts kennis genomen van de inhoud van:
- het V6-formulier van 21 oktober 2019, met producties, van de advocaat van de rechthebbende, ingekomen bij het hof op diezelfde datum.
2.4.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 31 oktober 2019. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
  • de rechthebbende, vergezeld van zijn advocaat;
  • de bewindvoerder, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de bewindvoerder] .

3.De beoordeling

3.1.
Bij beschikking van 3 april 2007 van de (toenmalige) rechtbank Zutphen, sector kanton, locatie Harderwijk, zijn wegens zijn lichamelijke of geestelijke toestand de goederen die
(zullen) toebehoren aan de rechthebbende onder bewind gesteld. Bij beschikking van de rechtbank Noord-Holland, sector kanton, locatie Alkmaar, van 10 juni 2014, is de grond van
dit bewind gewijzigd in verkwisting. Bij beschikking van de rechtbank Noord-Holland, sector kanton, locatie Alkmaar, van 5 juni 2015, is [Bewindvoeringen] Bewindvoeringen B.V. tot bewindvoerder benoemd.
3.2.
Bij de bestreden beschikking heeft de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, het verzoek van de rechthebbende tot ontslag van de huidige bewindvoerder en gelijktijdige benoeming van [opvolgend bewindvoerder] tot opvolgend bewindvoerder, afgewezen.
3.3.
De rechthebbende kan zich met deze beslissing niet verenigen en is hiervan in beroep gekomen.
3.3.1.
De rechthebbende voert - kort samengevat - het volgende aan. Er zijn voldoende gewichtige redenen aanwezig om het inleidend verzoek alsnog toe te wijzen. De bewindvoerder weigert namelijk iedere communicatie met de rechthebbende. Er is bovendien sprake van een slechte uitoefening van het bewind, omdat de bewindvoerder een vordering van de woningbouwvereniging zonder overleg, en bovendien onterecht, heeft erkend. Ook heeft de bewindvoerder een schuld laten ontstaan bij de energiemaatschappij. Door dit alles is een onherstelbare vertrouwensbreuk ontstaan. De rechthebbende heeft er vertrouwen in dat hij met de beoogd bewindvoerder een betere samenwerking zal hebben.
3.4.
De bewindvoerder voert ter zitting - kort samengevat - het volgende aan. De bewindvoerder herkent zich niet in het geschetste beeld. De communicatie verloopt goed en er is geen sprake van wrijving. De rechthebbende kan via een online systeem ( [systeem] ) zijn financiën bekijken, hetgeen de rechthebbende ook doet. De woningbouwvereniging heeft de vordering op de rechthebbende uiteindelijk ingetrokken, zodat die schuld van de schuldenlijst afgehaald is. Vanwege administratieve problemen bij de energiemaatschappij is een nieuwe schuld ontstaan. Dit is derhalve niet aan de bewindvoerder te wijten. De bewindvoerder verwacht niet dat een wijziging van de bewindvoerder zal leiden tot een betere samenwerking.
3.5.
Het hof overweegt als volgt.
3.5.1.
Ingevolge artikel 1:448 lid 1 aanhef en sub e en lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de bewindvoerder door de kantonrechter ontslag worden verleend, hetzij op eigen verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, zulks op verzoek van de medebewindvoerder of degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 1:432, eerste en tweede lid BW, dan wel ambtshalve.
3.5.2.
Ter mondelinge behandeling is het hof gebleken dat er bij rechthebbende een ernstig en onherstelbaar gebrek aan vertrouwen in de bewindvoerder bestaat. Nadat de consequenties daarvan met belanghebbenden zijn besproken, heeft de bewindvoerder te kennen gegeven dat hij weliswaar zijn inhoudelijk verweer handhaaft, maar niettemin alsnog bereid is, plaats te maken voor de door de rechthebbende beoogde bewindvoerder.
Alle omstandigheden in aanmerking genomen heeft het hof reden, de huidige bewindvoerder te ontslaan en de beoogd bewindvoerder, [opvolgend bewindvoerder] , h.o.d.n. [naam] , te benoemen als opvolgend bewindvoerder. Het hof heeft kennis genomen van de bereidverklaring van de beoogd bewindvoerder.
3.5.3.
Op grond van het voorgaande zal het hof de beschikking waarvan beroep vernietigen en het verzoek van de rechthebbende alsnog toewijzen met ingang van de datum als in het dictum vermeld.

4.De beslissing

Het hof:
vernietigt de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van
11 februari 2019;
en in zoverre opnieuw rechtdoende:
verleent met ingang van 5 december 2019 aan [Bewindvoeringen] Bewindvoeringen B.V., gevestigd te [vestigingsplaats] , ontslag als bewindvoerder over de goederen van [appellant] , geboren op
[geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] , wonende te [woonplaats] aan [adres] ;
benoemt met ingang van 5 december 2019 de heer [opvolgend bewindvoerder] , h.o.d.n.
[naam] , gevestigd te [vestigingsplaats] (Postbus [postbus] , [postcode] ) tot opvolgend bewindvoerder over de huidige en toekomstige goederen van [appellant] , geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] , wonende te [woonplaats] aan [adres] ;
bepaalt dat de ontslagen bewindvoerder binnen twee maanden na de datum van deze uitspraak de eindrekening en -verantwoording aflegt aan de betrokkene en de opvolgend bewindvoerder en een - zo mogelijk door hen voor akkoord ondertekend - exemplaar ervan aan het Bewindsbureau van de rechtbank Limburg overlegt en stelt de beloning voor de ontslagen bewindvoerder vast conform artikel 3 lid 5 sub d van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
stelt de jaarbeloning van de opvolgend bewindvoerder vast conform artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
stelt de aanvangsvergoeding van de opvolgend bewindvoerder vast conform artikel 3 lid 5 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren;
bepaalt dat de opvolgend bewindvoerder binnen drie maanden na aanvang van het bewind een beschrijving van de aan het bewind onderworpen goederen dient op te maken en een afschrift daarvan dient in te leveren ter griffie (het Bewindsbureau) van de rechtbank Limburg;
verzoekt de griffier krachtens het bepaalde in artikel 1:391 BW een afschrift van deze uitspraak toe te zenden aan de griffier van de rechtbank te Oost-Brabant, in verband met aantekening in het Curatele- en Bewindregister;
wijst het meer of anders verzochte af;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mrs. H. van Winkel, E.L. Schaafsma-Beversluis en H.M.A.W. Erven en is in het openbaar uitgesproken op 5 december 2019 in tegenwoordigheid van de griffier.