ECLI:NL:GHSHE:2019:4380

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
2 december 2019
Publicatiedatum
2 december 2019
Zaaknummer
20-002922-17
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek in een moordzaak met betrekking tot digitale bewijsvoering en deskundigenonderzoek

Op 2 december 2019 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch een tussenarrest gewezen in een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, waarbij de verdachte was veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf voor moord en het wegvoeren van een lijk. De zaak is heropend omdat het hof van mening is dat het onderzoek niet volledig is geweest. De verdediging heeft verzocht om nader onderzoek door een deskundige naar de telefoon van de verdachte, een Sony Xperia, en naar bestanden op de laptop van de overledene. Het hof heeft de raadsheer-commissaris belast met het uitvoeren van dit onderzoek, waarbij verschillende hypothesen worden onderzocht, zoals de mogelijkheid van hacken van de telefoon en wijzigingen in bestanden op de laptop. De zaak is geschorst tot een pro forma-zitting op 18 februari 2020, waarbij geen inhoudelijke behandeling zal plaatsvinden. De stukken zijn in handen gesteld van de raadsheer-commissaris voor verder onderzoek.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002922-17
Uitspraak : 2 december 2019
TEGENSPRAAK

Tussenarrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van 14 september 2017 in de strafzaak met parketnummer 01-879709-16 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
thans verblijvende in [penitentiaire inrichting] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is verdachte ter zake van moord (feit 1 primair) en een lijk wegvoeren en wegmaken met het oogmerk om het feit en de oorzaak van het overlijden te verhelen (feit 2) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 jaren met aftrek van voorarrest. Voorts is bij voormeld vonnis het verzoek tot opheffing van het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis afgewezen.
Van de zijde van verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis integraal zal bevestigen.
De verdediging heeft bepleit dat verdachte integraal zal worden vrijgesproken.
Heropening van de zaak
Tijdens de beraadslaging in raadkamer is het hof tot het oordeel gekomen dat het onderzoek niet volledig is geweest. Het hof zal het onderzoek heropenen en de stukken in handen stellen van de raadsheer-commissaris, niet zijnde een lid van de behandelend strafkamer, teneinde nader onderzoek te laten verrichten.
A.
De verdediging heeft bij pleidooi verzocht een daartoe aangewezen deskundige op het gebied van hacken van gegevensdragers c.q. hacksoftware de Sony Xperia te laten onderzoeken. In de pleitnota is hieromtrent het volgende opgenomen (p. 46-47):
‘Uit de telefoongegevens valt – opmerkelijk genoeg – niet af te leiden vanaf welke locatie de vermeende zoekslagen zouden zijn gedaan. Evenmin blijkt uit de telefoongegevens dat op enig moment actief zou zijn ingelogd op het wifi netwerk van het [hotel] waar
cliënt verbleef. De inloggegevens en/of de gegevens van de wifi-router van het [hotel]
ontbreken in het dossier.
Opmerkelijk genoeg staat – voorafgaand aan het tijdstip waarop de vermeende zoekslagen
zouden zijn geraadpleegd – op pagina 944 (onder punt 50 bij ‘Locations’) op 29 april 2016
om 16:08:18 (UTC+2) als locatie [location] vermeld. Dit betreft een bank in [plaats 1] , een plaats in Spanje bij [plaats 2] , terwijl vaststaat dat cliënt daar op dat moment niet is geweest. Genoemde locatie vormt naar de mening van de verdediging dan ook een aanwijzing dat er door derden met het toestel van cliënt is geknoeid.’
Door de politie is onderzoek gedaan aan de telefoon, (o.a.) proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 1] op 29 juli 2016 met proces-verbaalnummer 277 (p. 909-912) met bijlagen. Tevens is een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 1] op 13 december 2016 met proces-verbaalnummer 331 (p. 929-930) met bijlagen. In verband hiermee verzoekt het hof de raadsheer-commissaris nader onderzoek te laten verrichten door een deskundige naar de telefoon Smartphone Sony Xperia ST25i, [serienummer] , [SIN] aan de hand van de volgende hypothesen:
I: de betreffende telefoon is gehackt op of rond de periode van 29 april 2016.
II: de betreffende telefoon is niet gehackt op of rond de periode van 29 april 2016.
Met het verzoek om bij dit onderzoek de vraag te betrekken of te constateren is of op of rond 29 april 2016 inderdaad een Spaans WIFI-netwerk door de telefoon is gebruikt (op p. 944 staat bij “locations” vermeld [location] ), en wanneer inderdaad door de telefoon op enig moment een Spaans WIFI-netwerk is gebruikt, om dit antwoord te betrekken bij de beoordeling van bovengenoemde hypothesen.
Met betrekking tot de “locations” staat in voornoemd proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 december 2016 vermeld dat “locations” het tijdstempel aangeeft wanneer bepaalde locaties worden ingevoerd door de gebruiker of juist worden gelogd. Bij het verbinden met een draadloos netwerk wordt de naam (ssid) van het netwerk gelogd als “locations”, alsmede de unieke toestelcode waarmee dat draadloze signaal wordt verzonden (p. 929).
Met het verzoek om bij dit onderzoek naar de bovenstaande vraag omtrent [plaats 1] te betrekken dat op p. 922 van het procesdossier staat vermeld dat er op de telefoon een Application ID: [Application ID 1] is aangetroffen en een Application ID: [Application ID 2] .
B.
In een proces-verbaal van bevindingen betreffende de telefoon opgemaakt door [verbalisant 1] op 15 december 2016 met proces-verbaalnummer 334 (p. 955-957 met bijlage) is vermeld dat er een groot aantal zoekslagen op de telefoon is aangetroffen die niet zichtbaar is in de normale zoekgeschiedenis.
In verband hiermee verzoekt het hof de raadsheer-commissaris nader onderzoek door een deskundige naar de telefoon Smartphone Sony Xperia ST25i, [serienummer] , [SIN] te laten verrichten aan de hand van de volgende hypothesen:
I: de betreffende zoekslagen in de telefoon in plaintext (p. 958-961, bijlage bij bovengenoemd proces-verbaal) zijn door hacken of cracken op de telefoon geplaatst.
II: de betreffende zoekslagen op de telefoon in plaintext (p. 958-961, bijlage bij bovengenoemd proces-verbaal) zijn door handelingen van de gebruiker op de telefoon gekomen.
C.
Tevens verzoekt het hof de raadsheer-commissaris onderzoek door een deskundige te laten doen uitvoeren naar bestanden die zijn aangetroffen op de laptop van de overledene. Het eerdere onderzoek aan deze bestanden is opgenomen in een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 2] op 11 juli 2016 met proces-verbaalnummer 232 (p. 1411-1418) en in een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 3] op 11 juli 2016 met nummer 2016108336 (p. 1419-1422).
Uit het eerdere onderzoek komt naar voren dat op de laptop van de overledene een bestand is aangemaakt onder de naam: [bestandsnaam 1] en op de aan het onderzoeksteam ter beschikking gestelde USB-stick staat een document in de folder [bestandsnaam 1] . De datingsite heeft op vordering de originele chatsessie verstrekt (p. 1411) met de benaming: [bestandsnaam 2] . Tussen de door de datingsite aangeleverde tekst en de tekst die op USB-stick staat – die overigens blijkens het bovengenoemde proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 juli 2016 van [verbalisant 3] gelijkluidend is aan een versie op de laptop (p. 1422) – bestaan verschillen die zijn beschreven in het bovengenoemde proces-verbaal van bevindingen dat op 11 juli 2016 is opgemaakt door [verbalisant 2] .
Het onderzoek naar bestanden die zijn aangetroffen op de laptop van de overledene dient te worden verricht aan de hand van de volgende hypothesen:
I: de wijzigingen die zijn aangebracht in het bestand zoals het op de USB-stick staat ten opzichte van het oorspronkelijke bestand zoals aangeleverd door de datingsite, zijn aangebracht voor 2 mei 2016.
II: de wijzigingen die zijn aangebracht in het bestand zoals het op de USB-stick staat ten opzichte van het oorspronkelijke bestand zoals aangeleverd door de datingsite, zijn aangebracht na 2 mei 2016.
Na ontvangst van genoemde stukken zal het onderzoek ter terechtzitting door het hof worden hervat.
BESLISSING
Het hof:
  • heropenthet onderzoek;
  • schorsthet onderzoek voor een periode langer dan een maand, doch niet langer dan drie maanden, te weten tot de terechtzitting van het hof van
    18 februari 2020te 12.30 uur (verwachte behandelduur: 15 minuten, aan te brengen bij de vierde meervoudige strafkamer van dit hof), om de klemmende redenen dat niet te verwachten valt dat het door het hof bevolen onderzoek voordien gereed is en voorts de agenda van het hof hervatting van het onderzoek binnen een maand na heden niet toelaat;
  • bepaaltdat genoemde terechtzitting slechts een
    pro forma-zittingzal zijn, waarop geen inhoudelijke behandeling van de zaak zal plaatsvinden en dat het onderzoek op die terechtzitting andermaal zal worden geschorst;
  • bepaaltdat de zaak voor inhoudelijke behandeling zal worden aangebracht bij de vierde meervoudige strafkamer van dit hof met als samenstelling: mr. A.M.G. Smit, mr. S.C. van Duijn, mr. A.R. Hartmann en mr. C. Karsdorp (verwachte behandelduur: 120 minuten);
  • beveeltde oproeping van verdachte tegen de dag en het tijdstip van de hierboven genoemde terechtzitting, met mededeling aan verdachte dat het slechts een pro forma-zitting zal zijn waarop geen inhoudelijke behandeling van de zaak zal plaatsvinden en met mededeling van de mogelijkheid om afstand te doen van zijn recht om bij die zitting aanwezig te zijn;
  • beveeltde kennisgeving aan de raadsman van verdachte van de dag en het tijdstip van de hierboven genoemde terechtzitting, met mededeling dat het slechts een pro forma-zitting zal zijn, waarop geen inhoudelijke behandeling van de zaak zal plaatsvinden;
  • steltde stukken in handen van de raadsheer-commissaris teneinde deze in gelegenheid te stellen uitvoering te geven aan het vorenstaande.
Aldus gewezen door:
mr. A.M.G. Smit, voorzitter,
mr. S.C. van Duijn en mr. A.R. Hartmann, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. C. Karsdorp, griffier,
en op 2 december 2019 ter openbare terechtzitting uitgesproken.