Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2013.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder;
- de vader;
- een raadsmedewerker namens de raad;
- de jeugdbeschermers namens de GI.
- de brief met bijlagen van de GI d.d. 10 oktober 2019;
- de brief van de GI d.d. 17 oktober 2019;
- de brief van de advocaat van de moeder d.d. 18 oktober 2019.
3.De beoordeling
Op dit moment vindt er geen omgang tussen [minderjarige] en zijn moeder plaats, omdat er een aantal incidenten aan de deur bij [minderjarige] thuis heeft plaatsgevonden, waardoor [minderjarige] zich niet meer veilig voelt. Langzaamaan keren de rust en het gevoel van veiligheid bij [minderjarige] weer terug. Wanneer [minderjarige] er klaar voor is om het contact met de moeder weer aan te gaan, is het voor hem van belang dat er tijdens de omgang iemand aanwezig is die hem beschermt en ook een begeleider die de moeder kan aansturen in hoe zij met [minderjarige] moet omgaan en hoe zij het beste bij hem kan aansluiten.