Uit de stukken en hetgeen besproken is op de mondelinge behandeling is gebleken dat het gezamenlijk gezag een belemmerende werking heeft gehad op de ontwikkeling en het welzijn van de kinderen.
De moeder vult haar rol als opvoeder van de kinderen adequaat in, maar de ouders zijn niet in staat om beslissingen over de kinderen gezamenlijk te nemen, hetgeen voor de kinderen belastend is.
Daar komt bij dat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] blijkens het rapport van de raad van 28 juli 2018 kampen met een leerachterstand en dat ook hun sociaal-emotionele ontwikkeling aandacht vraagt. Zij hebben meer dan gemiddeld behoefte aan duidelijkheid over grenzen, regels en verwachtingen van hun omgeving. Zo dient er duidelijkheid te zijn over waar de kinderen wonen en verblijven en is het in het belang van de kinderen dat besluiten geen onnodige vertraging, onrust en onzekerheid met zich meebrengen.
De vader gaat veelal uit van eenrichtingsverkeer en wanneer zijn toestemming in een gezagskwestie nodig is, dan verleent hij deze pas na langere tijd, hetgeen met name voor de leerontwikkeling van de kinderen belemmerend werkt. Niet alleen komt de hulpverlening, die voor de kinderen noodzakelijk is, laat van de grond, maar de kinderen voelen zich door de vader ook afgewezen en in hun problematiek niet serieus genomen. De vader is in hun ogen onvoldoende beschikbaar, hetgeen samenhangt met het feit dat er al geruime tijd geen omgang meer heeft plaatsgevonden.
Verder is gebleken dat de moeder zich door de vader tegengewerkt en gediskwalificeerd voelt, hetgeen bij haar tot veel stress en een verminderde draagkracht heeft geleid.
Het hof ziet een vader die enerzijds niet toestaat dat de moeder als hoofdopvoeder beslissingen neemt en anderzijds geen verantwoordelijkheid neemt om de draaglast van de moeder te verminderen. Daar komt nog bij dat hij de zorgen die er over de kinderen zijn bagatelliseert. De vader ziet niet in dat hij een aandeel in de huidige situatie heeft en hij legt alle schuld bij de moeder.
De afgelopen jaren zijn de ouders niet in staat geweest om de situatie te verbeteren. Hierdoor lukt het hen niet om een invulling te geven aan het gezamenlijk gezag en zitten de kinderen ten gevolge van de strijd van de ouders klem.
Voor zover de vader zich erop beroept dat er te weinig hulpverlening is ingezet om de communicatie tussen de ouders te verbeteren, heeft de vader er tot op heden geen blijk van gegeven dat hij daadwerkelijk voor een hulpverleningstraject open staat.
Bovendien is het voor de kinderen niet voldoende dat de communicatieproblemen die er tussen de ouders zijn worden opgelost. Het is voor hen ook van belang dat de vader hun problemen onderkent en dat hij laat zien dat hij voor hen beschikbaar is.
De situatie die inmiddels is ontstaan, maakt ten slotte ook dat de vader niet meer goed op de hoogte is van hetgeen er in het leven van de kinderen speelt, hetgeen voor de uitoefening van het gezag noodzakelijk is.