3.4.[de psychiater 1] heeft kennis heeft genomen van de volgende informatie:
- neuroloog [de neuroloog] van 5 december 2014,
- huisarts [de huisarts] van 16 december 2012 en 24 januari 2015,
- psycholoog [de psycholoog 2] van de Porta groep van 7 april 2015,
- reumatoloog [de reumatoloog] van 9 mei 2011,
- psychiater [de psychiater 2] van de BAVO groep van 10 juni 2001,
- psychotherapeut [de psychotherapeut] van [Praktijk Psychotherapie] Praktijk Psychotherapie van 3 oktober 2005,
- de Bora praktijk voor psychiatrie en psychotherapie van 29 september 2012,
- arbeidsdeskundige [de arbeidsdeskundige 1] van 16 augustus 2012
- het rapport en de FunctioneleMogelijkhedenLijst (verder: de FML) van de verzekeringsarts [de verzekeringsarts 2] van 9 februari 2013 en 29 februari 2013.
Vervolgens heeft hij tweemaal met [appellante] gesproken. Vervolgens heeft hij zijn bevindingen in zijn rapportage van 24 juni 2015 opgenomen. In deze rapportage staat, voor zover hier van belang:
SAMENVATTING EN BESCHOUWING
Bij het psychiatrisch onderzoek wordt behoudens een wat theatrale presentatie geen relevante afwijkingen gevonden. Als onderhoudende factoren voor de klachten lijken de volgende van belang: * negatieve spiraal waarin betrokkene weinig of geen plezierige activiteiten meer onderneemt, sociale contacten vermijdt, beperkte dag invulling en zingeving heeft, waardoor de klachten in stand worden gehouden, dan wel verergeren.
Met betrekking tot de objectiveerbaarheid van de klachten kom ik tot de volgende afweging. De klachten kunnen mijn inziens deels begrepen worden vanuit een normale invoelbare reactie op de geschetste psychosociale stressoren. Het onderzoek toont echter diverse inconsistenties, de klachtenpresentatie is op meerdere punten atypisch en niet passend bij bekende pathofysiologische patronen binnen de psychiatrie en/of zijn de klachten niet objectiveerbaar. (…)
Hoewel deze bevindingen afzonderlijk niet concluderend hoeven te zijn, is juist de combinatie suspect voor symptoom aggravatie. De klachten mogen daarom niet zondermeer vertaald worden naar een psychiatrische stoornis. De algemene presentatie en activiteitenniveaus die betrokkene aangeeft geven evenwel geen aanleiding om een ernstig psychiatrisch toestandsbeeld te veronderstellen, zoals bijvoorbeeld een -klinisch merkbare- ernstige depressieve stoornis of posttraumatische stressstoornis. Of de klachten bewust of onbewust worden aangezet valt op basis van dit onderzoek niet uit te maken. Ik adviseer dan ook om de gepresenteerde klachten vooral te interpreteren in het licht van een aanpassingsproblematiek aan de huidige complexe sociale situatie. In termen van de DSM-classificatie is daarmee sprake van een ongespecificeerde aanpassingsstoornis. (...) Betrokkene heeft een beperkte daginvulling waardoor zij in een negatieve spiraal blijft zitten en de stemmings- en angstklachten in stand worden gehouden en/of versterkt worden. De klachten voldoen mijn inziens niet aan de criteria van een (klinische) depressieve stoornis volgens de DSM-IV-criteria aangezien de depressieve stemming niet geobjectiveerd worden bij het psychiatrische onderzoek, zo is er geen sprake van vermoeidheid, concentratieproblemen of psychomotore remming en moduleert het affect adequaat. (...) De klachten voldoen mijn inziens niet aan de criteria voor een posttraumatische stressstoornis, aangezien de klachten van herbelevingen zoals hierboven beschreven en verhoogde prikkelbaarheid niet geobjectiveerd kunnen worden en er geen duidelijke aanwijzingen zijn voor vermijding van zaken of situaties die gerelateerd zijn aan het trauma. Mijn inziens is er geen sprake van een paniekstoornis met agorafobie of psychotische stoornis, aangezien de stemming en slaapklachten op de voorgrond staan. Vanwege de beschreven problemen met betrouwbaarheid van de anamnese moet de persoonlijkheidsdiagnostiek worden uitgesteld. Gezien het feit dat betrokkene tot aan de huidige ziekmelding op diverse levensgebieden altijd zonder grote problemen gefunctioneerd lijkt te hebben, lijkt een persoonlijkheids-stoornis echter niet waarschijnlijk.
DSM-IV-TR
Op basis van de DSM-IV-TR classificatie is de diagnose als volgt.
As I : 309.9 aanpassingsstoornis, niet gespecificeerd (hoofddiagnose).
As II : 799.9 uitgestelde diagnose
As III : V71.09 geen diagnose.
As IV : Beperkte dag structuur/zingeving.
As V : Gaf score 70 (huidige).
(…)
In algemene zin is een aanpassingsstoornis op te vatten als lichte problematiek die niet gepaard gaat met ernstige beperkingen. In het geval van betrokkene lijkt de meest plausibele en consistente beperking dan ook gelegen in de aggraverende klachtenpresentatie als zodanig waarbij de neiging om de huidige stressvolle omstandigheden niet zozeer actief aan te pakken als wel te vertalen in een uitgebreid klachtenpatroon, zou kunnen worden opgevat als een passieve manier van coping. Het onderzoek geeft geen aanleiding om beperkingen te veronderstellen binnen de items: vasthouden van de aandacht, verdelen van de aandacht, herinneren, inzicht in eigen kunnen, doelmatig handelen, zelfstandig handelen, handelingstempo, emotionele problemen van anderen hanteren, eigen gevoelens uiten, omgaan met conflicten, samenwerken en vervoer. (...)