3.1.De feiten
De kantonrechter heeft feiten vastgesteld in het vonnis van 12 oktober 2016. Tegen die feitenvaststelling zijn geen grieven gericht, zodat ook het hof van die feiten uitgaat. Deze luiden als volgt.
a. [geïntimeerde] is met ingang van januari 2010 voor bepaalde tijd in dienst getreden van High Focus in de functie van junior applicatie/systeembeheerder. Deze arbeidsovereenkomst is met ingang van 1 augustus 2012 voortgezet voor onbepaalde tijd, op basis van een schriftelijke arbeidsovereenkomst.
b. In de arbeidsovereenkomst is een relatiebeding opgenomen. Dit beding luidt als volgt:
“Het is werknemer niet toegestaan om binnen een periode van één jaar na beëindiging van de arbeidsovereenkomst met High Focus B.V., een arbeidsovereenkomst aan te gaan met ondernemingen waaraan High Focus B.V. ten tijde van het actieve dienstverband een klantrelatie onderhoudt tenzij werkgever hiertoe schriftelijke toestemming heeft verleend. Dit op straffe van verbeurte aan de vennootschap van een dadelijk en ineens zonder sommatie of ingebrekestelling opeisbare boete, groot € 25.000,- (vijfentwintigduizend euro) onverminderd zijn gebondenheid tot betaling aan de vennootschap van een volledige schadevergoeding te dezer zake.”
c. [geïntimeerde] heeft tijdens zijn dienstverband met High Focus in ieder geval werkzaamheden in opdracht van de gemeente Bergen op Zoom verricht, uit hoofde van de overeenkomst ter zake van inhuur van personeel van 15 oktober 2012 tussen de gemeente Bergen op Zoom en High Focus. Daarnaast heeft [geïntimeerde] in die periode in ieder geval werkzaamheden in opdracht van de gemeente Bergen op Zoom verricht, uit hoofde van de overeenkomst ter zake van inhuur van personeel van 1 januari 2014 tussen de gemeente Bergen op Zoom en RS4U B.V. (hierna: RS4U), een dochteronderneming van High Focus.
d. [geïntimeerde] heeft bij brief van 22 augustus 2014 de arbeidsovereenkomst met High Focus tegen 1 oktober 2014 opgezegd.
e. De gemeente Bergen op Zoom heeft de overeenkomst met RS4U - eveneens tegen
1 oktober 2014 - opgezegd.
f. [geïntimeerde] verricht vanaf 1 oktober 2014 ICT-werkzaamheden ten behoeve van ICT-BERM i.o., met als standplaats de gemeente Moerdijk. ICT-BERM i.o. voert de ICT-werkzaamheden van de gemeenten Bergen op Zoom, Etten-Leur, Roosendaal en Moerdijk uit.
g. Op 9 januari 2015 heeft er tussen partijen een kort-geding-procedure plaatsgevonden ter zake van het relatiebeding. Bij vonnis van 20 januari 2015 heeft de kantonrechter te Breda overwogen:
“(…) 3.3.4. Uitgangspunt is dat de vraag wat partijen zijn overeengekomen niet kan worden beantwoord enkel op grond van een taalkundige uitleg van de bewoordingen van de overeenkomst. Het komt immers steeds aan op de zin die partijen over en weer redelijkerwijs aan elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (HR 4 april 2003, JAR 2003/107).
3.3.5.Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter moet het in deze procedure bedoelde relatiebeding met inachtneming van de hiervoor gegeven maatstaf aldus worden uitgelegd, dat het [geïntimeerde] verboden is om na beëindiging van de arbeidsovereenkomst zaken te doen met relaties die behoren tot het per datum beëindiging van het dienstverband bestaande klantenbestand van High Focus. Voor een extensievere uitleg - namelijk dat het [geïntimeerde] verboden is om na beëindiging van de arbeidsovereenkomst zaken te doen met relaties waarmee High Focus B.V. ten tijde van het actieve dienstverband (ooit) een klantrelatie heeft onderhouden - is naar het oordeel van de kantonrechter geen plaats. Nu er sprake is van een voor [geïntimeerde] bezwarend beding waarvan de tekst door de werkgever is opgesteld, kan van een ruimere uitleg ten voordele van High Focus geen sprake zijn. Daartoe overweegt de kantonrechter dat het voor een werknemer duidelijk moet zijn waartoe hij zich verbindt, hetgeen ligt besloten in de wettelijke eis van schriftelijke vastlegging (vgl. Hof Leeuwarden 3 mei 2006, RAR 2006,101).
Nu vaststaat dat High Focus op het moment van uitdiensttreding van [geïntimeerde] op 1 oktober 2014 geen klantrelatie onderhield met de gemeente Moerdijk, dan wel ICT-BERM i.o. - [geïntimeerde] verrichtte op dat moment zijn werkzaamheden ten behoeve van ICT-BERM immers uit hoofde van de overeenkomst van 1 januari 2014 tussen RS4U en de gemeente Bergen op Zoom ter zake de inhuur van personeel - kan er naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter geen sprake zijn van een overtreding van een relatiebeding en evenmin van verbeurte van daarop gestelde boetes zodat de vorderingen van High Focus dienen te worden afgewezen. (…)”.