Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
11.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 2 juli 2019;
- de akte van de man d.d. 23 juli 2019;
- de akte van de vrouw d.d. 23 juli 2019 met productie 1;
- de akte van de man d.d. 20 augustus 2019.
- de akte van de vrouw d.d. 20 augustus 2019 met productie 1;
12.De verdere beoordeling
hofoverweegt als volgt.
hofheeft in rov. 6.10.4 van het tussenarrest van 22 januari 2019 overwogen dat het hof de verdeling van de inboedel niet kan vaststellen nu partijen hebben nagelaten het hof te informeren over de waarde, de samenstelling en de wijze van verdeling. Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, zijn partijen er niet in geslaagd om het hof nader te informeren over de samenstelling en de waarde van de inboedel. De vrouw heeft verwezen naar een “in eerste aanleg overgelegde inboedellijst”, maar waar deze zich in het dossier uit de eerste aanleg bevindt of bij welk processtuk deze lijst zou zijn ingediend, heeft de vrouw nagelaten duidelijk te maken. Het hof heeft deze beweerdelijk ingediende (afzonderlijke) lijst ook niet aangetroffen. Voor zover de vrouw zich beroept op punt zes van de inleidende dagvaarding stelt het hof vast dat dit alleen een opsomming betreft van inboedelzaken die de vrouw toegedeeld wenst te krijgen, maar dat dit geen volledige lijst is waarop alle inboedelzaken staan opgenomen. Ook ontbreekt daarop een aanduiding van de waarde van de verschillende zaken. Het hof beschikt ook niet over enige lijst op grond waarvan het de verdeling van de inboedel (door toedeling aan de man of de vrouw) kan vaststellen. Om tot een dergelijke verdeling te komen, dient het hof geïnformeerd te zijn over de samenstelling van de inboedel (dat wil zeggen door een overzicht van alle inboedelzaken van partijen, en wel op het moment van ontbinding van de huwelijksgemeenschap, met eventuele wijzigingen in die samenstelling nadien, bijvoorbeeld door verkoop of tenietgaan van bepaalde zaken) en de waarde van de inboedelzaken (omdat een verdeling bij helfte dient plaats te vinden). Het hof heeft partijen daar eerder op gewezen, partijen in de gelegenheid gesteld die informatie aan het hof ter beschikking te stellen, maar ook nu zijn partijen daarin nalatig gebleven. Gelet op het voorgaande, in het bijzonder de ontoereikende informatie over de samenstelling van de inboedel (waaruit bestaat deze?) kan het hof ook niet bepalen dat de inboedel, die te onbepaald is, moet worden verkocht (art. 3:185 lid 2 BW).
vrouwnog het volgende naar voren gebracht. De vrouw heeft eerder al het bewijsstuk overgelegd dat zij van de garage heeft ontvangen toen zij de Volkswagen Touareg verkocht. Zij heeft € 8.000,-- cash ontvangen. Wat er onder het doorgestreepte gedeelte staat is niet leesbaar, maar de garage is verzocht om daar informatie over te verschaffen. Er is geen sprake van een ‘lager bedrag’. “EUR 8.000,-- is het bedrag dat de vrouw voor de auto heeft ontvangen”, “Dit is het enige bedrag dat de vrouw heeft ontvangen”. De vrouw heeft de auto niet ingeruild voor een Fiat Bravo. “Van het geld dat dat vrouw heeft ontvangen van de garage heeft zij geen andere auto gekocht”. De vrouw heeft via Western Union een bedrag van € 5.000,-- naar haar familie gestuurd omdat men haar geld had geleend toen zij het financieel heel zwaar had. Verder moest de vrouw een huurachterstand betalen en een noodzakelijk huishoudelijk apparaat kopen. Er werd afbetaald op schulden. Later heeft de vrouw in [plaats] een gebruikte Fiat Stilo gekocht voor “een bescheiden bedrag”. Uitgegaan moet worden van de reële waarde van de auto ad € 8.000,--De vrouw biedt aan om een attest te overleggen van de garage dat men € 8.000,-- cash aan haar heeft uitbetaald.
manheeft bij voornoemde antwoordakte d.d. 20 augustus 2019 aangegeven dat hij ervan uitgaat dat de beslissing van het hof ten aanzien van de Volkswagen Touareg in het arrest van 2 juli 2019 vast staat, zodat wat de vrouw in haar akte aanvoert niet meer relevant is. Wat de vrouw daar stelt, wordt door de man betwist. Door de eenzijdige handelswijze van de vrouw rondom de Volkswagen Touareg en de financiering daarvoor is de man uiteindelijk in grote financiële problemen gekomen, hetwelk een BKR-registratie heeft opgeleverd.
vrouwheeft bij voornoemde akte van 20 augustus 2019 aangegeven dat volgens haar door het hof nog niet is beslist over de Volkswagen Touareg. De vrouw legt een reactie van de garage over (prod. 1) en stelt dat daaruit blijkt dat de vrouw voor de Volkswagen € 8.000,-- cash heeft ontvangen. Omdat er op dit punt nog niet beslist is door het hof, vraagt de vrouw “voor de volledigheid om een nieuwe zitting”.
hofoverweegt als volgt.
hofdaaraan voorbijgaat.
hofzal, nu partijen voormalige echtgenoten zijn, de proceskosten compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.