Uitspraak
[belanghebbende],
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep van de vrouw tegen eerdere beschikkingen van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. L. Barenbrug, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van 19 april 2017 en de tussenbeschikking van 19 juli 2016. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.A. Boelhouwer, is verweerder in deze zaak. De Raad voor de Kinderbescherming is als partij betrokken in de procedure. Het hof heeft in een eerdere beschikking van 12 juli 2018 geoordeeld dat de vrouw ontvankelijk is in haar hoger beroep en dat de man in eerste aanleg ontvankelijk was in zijn omgangsverzoek met betrekking tot de minderjarige.
Het hof heeft drs. E. Strikkers benoemd tot bijzondere curator voor de minderjarige, met de opdracht om te rapporteren over de statusvoorlichting en de omgangsregeling. De bijzondere curator heeft in haar rapport van 31 oktober 2018 geadviseerd dat statusvoorlichting in het belang van de minderjarige is en dat het belangrijk is dat hij zijn biologische vader leert kennen. De bijzondere curator heeft ook geadviseerd om een zorgprogramma van Sterk Huis te volgen, waarin zowel statusvoorlichting als mogelijkheden voor omgang worden behandeld.
Het hof heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk op het rapport van de bijzondere curator te reageren. Zowel de vrouw als de man hebben aangegeven zich te kunnen vinden in het advies van de bijzondere curator. Het hof heeft vervolgens besloten de bestreden beschikkingen van de rechtbank te vernietigen en opnieuw te beslissen, waarbij partijen worden verwezen naar Sterk Huis voor een maatwerktraject statusvoorlichting. De zaak is aangehouden tot 1 juni 2019 in afwachting van het rapport van Sterk Huis.