Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2015 te [geboorteplaats] .
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
[de bijzondere curator],
[pleegvader]en
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder, bijgestaan door mr. Van Oers.
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] ;
- de GI, vertegenwoordigd door mr. [vertegenwoordiger van de GI 1] en [vertegenwoordiger van de GI 2] ;
- de bijzondere curator;
- de pleegouders.
- de brief met bijlagen van de advocaat van de moeder d.d. 2 september 2019;
- de brieven van de bijzondere curator van 6 en 10 september 2019, waar het hof op heeft gereageerd bij brief van 11 september 2019;
- de brief met bijlage van de bijzondere curator d.d. 21 oktober 2019;
- het faxbericht met bijlagen van de GI d.d. 22 oktober 2019;
- de brief met bijlagen van de GI d.d. 24 oktober 2019;
- de brief met bijlagen van de raad d.d. 25 oktober 2019.
3.De beoordeling
De ingeperkte omgangsregeling is vastgelegd in een schriftelijke aanwijzing. Op 11 november 2019 wordt het bezwaar van de moeder tegen die schriftelijke aanwijzing behandeld. De moeder zou zonder gezag geen voldoende rechtsingang hebben om haar bezwaren inzake de omgang kenbaar te maken, althans haar procedurele positie zou door de maatregel ernstig worden geschaad.
De GI acht de moeder niet in staat de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige] te dragen binnen een voor de persoon en de ontwikkeling van [minderjarige] aanvaardbaar te achten termijn. Dit is voldoende komen vast te staan in het rapport van [organisatie] , een tweetal rapportages van de raad, het rapport van de bijzondere curator en de (door de bijzondere curator overgelegde) recente verslagen van de begeleide omgangregeling door [organisatie] .