Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De motivering van de beslissing in hoger beroep
grieven 1 en 2 in principaal appel.
tabletop, de
secureplateen de
legs). In dat kader stuurt [appellante] op 15 januari 2013 de volgende e-mail:
“Zeker nog 1 week werk”te hebben. Kennelijk zijn de matrijzen daarna alsnog geleverd.
“Planning: We hebben hier zelf een sterke voorkeur qua verloop van het project en ik hoop dat dit mogelijk is”.Daarbij noemt [appellante] voor de levering van de matrijzen van de
coveren
secureplateals datum 3 juni 2013 en voor de
secureplatemet
steel-safede datum 10 juni 2013. [de vennootschap] heeft bij e-mail van 6 mei 2013 op deze e-mail gereageerd:
Zeker nog 1 week werk” te hebben, heeft geprotesteerd tegen een latere levering van de matrijzen. Bovendien geeft [appellante] na deze eerste opdracht een aanvullende opdracht. Uit de e-mail van 2 mei 2013 blijkt niet dat de door [appellante] voorgestelde termijnen voor levering van de aangepaste matrijzen door [de vennootschap] zijn aanvaard. [appellante] laat immers weten dat ze een sterke voorkeur heeft voor een bepaalde planning en [de vennootschap] reageert daarop dat ze voor de
secureplategeen vaste levertijd kan opgeven en dat het
“vast wel een weekje kan doorschuiven”.Bovendien blijkt uit de e-mails van 24 juni 2013, waarin partijen onder andere corresponderen over de voortgang van het project Table, niet dat [appellante] consequenties verbindt aan het niet binnen de leveringstermijn leveren van de matrijzen. Nu [appellante] na het verstrijken van deze data [de vennootschap] niet in gebreke heeft gesteld om [de vennootschap] de mogelijkheid te gegeven alsnog binnen een redelijke termijn na te komen, is [de vennootschap] niet in verzuim komen te verkeren.
secureplateen
legs. [appellante] kan dan op grond van de hiervoor weergegeven bepaling uit de MDI-voorwaarden niet vasthouden aan de vooraf overeengekomen leveringsdatum, mocht daarvan al sprake zijn. Op grond van de MDI-voorwaarden schuift de tussen partijen overeengekomen levertijd immers evenredig op met het aantal dagen vanaf het moment dat [appellante] alle noodzakelijke gegevens voor uitvoering van de opdracht heeft verstrekt. Ook op grond van deze bepaling leidt het hof daarom af dat – mochten de termijnen al tussen partijen zijn overeengekomen – die data op die datum niet meteen fataal zijn, zodat [de vennootschap] deze termijnen niet kunnen worden tegengeworpen. Het feit dat de gewijzigde productspecificaties pas na de door partijen genoemde data zijn verstrekt, maakt dit niet anders.
"De uiterlijke levertijd is 3 mei 2013 geleverd bij [appellante] Kunststoffen. Deze levertijd is ook bevestigd naar onze klant en is dus een fatale levertijd."Op 22 februari 2013 heeft [appellante] nog een formele bevestiging aan [de vennootschap] gezonden van de opdracht (productie 9b). In die bevestiging is vermeld dat de matrijs geleverd dient te worden "Week 19-2013. Uiterlijk 6 mei 2013". [de vennootschap] heeft de matrijs op 31 mei 2013 geleverd.
grieven 5 en 6 in principaal appelzien op de 3K matrijs in het kader van het project Waterfilter. [appellante] betoogt dat [de vennootschap] geen recht heeft op betaling van de koopprijs voor die matrijs van € 45.000,- aangezien [de vennootschap] geen functionele 3K matrijs heeft opgeleverd.
grieven 7 en 8 in principaal appelaangezien de rechtbank de verweren tegen de vorderingen van de curator alsmede de reconventionele vorderingen van [appellante] terecht heeft afgewezen.