GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak : 14 november 2019
Zaaknummer : 200.263.070/01
Zaaknummer 1e aanleg : C/02/350589 / JE RK 18-1870
in de zaak in hoger beroep van:
[de moeder],
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. R.H.P. Feiner,
Raad voor de Kinderbescherming,
regio Zuidwest Nederland, locatie [locatie] ,
verweerder,
hierna te noemen: de raad.
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2005 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: [minderjarige 1] );
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] 2007 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: [minderjarige 2] );
- [minderjarige 3] , geboren op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: [minderjarige 3] );
- [minderjarige 4] , geboren op [geboortedatum] 2010 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: [minderjarige 4] );
- [minderjarige 5] , geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] (hierna te noemen: [minderjarige 5] ).
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: de Gecertificeerde Instelling (GI);
[de vader],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de vader.
als gezagdragende ouder van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]
De vader wordt als informant aangemerkt ten aanzien van de minderjarigen [minderjarige 3] , [minderjarige 4] en [minderjarige 5] .