Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het V-formulier met bijlagen van de advocaat van de vader van 26 september 2019;
- de brief van de pleegouders van 15 oktober 2019.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de uithuisplaatsing van drie minderjarigen met Poolse nationaliteit. De vader van de kinderen, die in hoger beroep is gegaan, verzoekt om de vernietiging van de beschikking van de rechtbank Limburg, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing is verlengd. De vader stelt dat er een nieuwe situatie is ontstaan die het mogelijk maakt dat de kinderen bij hem kunnen wonen, nu hij een nieuwe partner heeft en zijn psychische toestand is verbeterd. De Gecertificeerde Instelling (GI) verzet zich tegen het hoger beroep en vraagt om bekrachtiging van de eerdere beschikking. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 oktober 2019 zijn zowel de vader als de GI gehoord, evenals de Raad voor de Kinderbescherming. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en de situatie van de kinderen, die sinds 2016 onder toezicht staan van de GI en sinds 2017 uit huis zijn geplaatst. Het hof overweegt dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de kinderen, en dat de vader onvoldoende heeft aangetoond dat hij in staat is om voor de kinderen te zorgen. De vader's verzoek om een deskundigenonderzoek wordt afgewezen, omdat dit te belastend zou zijn voor de kinderen. Uiteindelijk bekrachtigt het hof de beschikking van de rechtbank, waarbij de machtiging tot uithuisplaatsing wordt verlengd.