Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.mr. Daan Pieter Schalken,
[de failliet],
Achmea Bank N.V.,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep in een kort geding dat is ingesteld door [appellante] tegen de curator, mr. Daan Pieter Schalken, en Achmea Bank N.V. De zaak is ontstaan uit een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant, waarin een ontruiming was bevolen. [appellante] heeft in hoger beroep gesteld dat zij voldoende belang heeft bij de procedure, omdat zij de titel van de curator en de bank, die tot ontruiming leidt, wil laten vervallen. Het hof heeft in het tussenarrest van 30 juli 2019 partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten over het belang van [appellante] in hoger beroep toe te lichten.
Het hof heeft geoordeeld dat [appellante] voldoende belang heeft bij het hoger beroep, ook al is de ontruiming al uitgevoerd. De grieven van [appellante] zijn voornamelijk gericht tegen de erkenning van de huurovereenkomst en het spoedeisend belang van de curator en de bank. Het hof heeft vastgesteld dat de curator en de bank voldoende spoedeisend belang hebben bij de ontruiming, omdat zij de verkoop van het onroerend goed willen doorzetten. Het hof heeft de argumenten van [appellante] verworpen, onder andere omdat zij niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar stellingen over de erkenning van de huurovereenkomst en de financiële situatie van de failliet.
Uiteindelijk heeft het hof het bestreden vonnis bekrachtigd en [appellante] veroordeeld in de proceskosten in hoger beroep. De uitspraak is gedaan op 12 november 2019 door de rechters A.J. Henzen, L.S. Frakes en G.J.S. Bouwens.