Het gaat in deze zaak om het volgende. [appellante] is een vennootschap van [enig aandeelhouder en bestuurder] (hierna: [enig aandeelhouder en bestuurder] ). [enig aandeelhouder en bestuurder] is ook enig aandeelhouder en middellijk bestuurder van [group] B.V. (hierna: [group] ). Via [group] nam [enig aandeelhouder en bestuurder] met nog twee andere aandeelhouders deel in [Mould] Mould Making Experts B.V. (hierna: [Mould] ). De andere twee aandeelhouders waren Blacksmith B.V., een vennootschap van de heer [vennoot van Blacksmith] , en [beheer 2] B.V., een vennootschap van de heer [vennoot van beheer 2] . De onderneming die [Mould] dreef, produceerde matrijzen.
[Mould] was de moedermaatschappij van [holding] Deze vennootschap fungeerde als holding voor twee dochtervennootschappen: [Mould] Mould Making Experts B.V. (hierna: Experts) en [international] Moulding International B.V. (hierna: International). Experts was de werkmaatschappij terwijl onder International enkele vennootschappen hingen die actief waren in China en Hong Kong.
Op enig moment heeft [group] een bedrag van € 31.902,00 aan [Mould] uitgeleend tegen een rente van 4,5% per jaar. Verder kwam International rond 17 maart 2011 met de drie aandeelhouders in [Mould] overeen dat ieder van hen een bedrag van € 100.000,00 beschikbaar zou stellen. Dit was omdat de vennootschappen in China en Hong Kong behoefte hadden aan liquiditeit en de bank niet bereid was daarvoor krediet te verstrekken. Volgens [appellante] zijn die gelden ten titel van lening verstrekt, volgens de curator is er sprake geweest van kapitaalstortingen. [group] heeft vervolgens net als de andere twee aandeelhouders € 100.000,00 gestort op de bankrekening van een dochter van International, [Mould] [vestigingsnaam] B.V.
Begin 2012 had [enig aandeelhouder en bestuurder] geld nodig voor een eigen project in Frankrijk. Na overleg met de andere aandeelhouders, is er vervolgens door Experts aan [appellante] een bedrag van € 100.000,00 betaald.
Daarna is er tussen [enig aandeelhouder en bestuurder] en de andere aandeelhouders alsmede de boekhouder en de accountant van de [Mould] -onderneming enkele keren besproken hoe de betaling van Experts aan [appellante] in de boeken moest worden opgenomen. Gedurende het jaar 2012 is de betaling op verzoek van [enig aandeelhouder en bestuurder] geadministreerd geweest als aflossing op het bedrag van € 100.000,00 dat volgens [appellante] in 2011 door [group] aan International is geleend. In 2013 is dat bij het opstellen van de jaarrekening door de accountant echter gewijzigd en is de betaling extracomptabel geadministreerd als door Experts aan een derde uitgeleend geld (waarover onder rov. 2.9 meer). In 2012 is aan [group] door International geen rente betaald over het bedrag van € 100.000,00 dat in 2011 is gestort op de rekening van [Mould] [vestigingsnaam] B.V., terwijl aan de andere aandeelhouders daarvoor wel rente is betaald. Er is over het boekjaar 2012 echter wel rente geadministreerd door International en in haar boeken opgenomen ten behoeve van [group] .
In juni 2013 is [Mould] in staat van faillissement verklaard, evenals alle Nederlandse dochtervennootschappen. De curator is toen als zodanig aangesteld. De curator heeft de vennootschappen die in Hong Kong en China actief waren inmiddels verkocht. [appellante] en [group] zijn niet failliet.