6.2.Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken het volgende vast.
[geïntimeerde] drijft als eenmanszaak onder de naam [naam 1] een onderneming onder meer op het gebied van metselen en voegen.
[appellant] drijft als eenmanszaak onder de namen [naam 2] en [naam 3] een onderneming onder meer als groothandel/winkels in beeld- en geluidsdragers.
Partijen hebben op of omstreeks 23 september 2015 mondeling afgesproken dat [geïntimeerde] voor [appellant] een kantoorruimte zou realiseren in een bedrijfshal aan de [adres 1] in [plaats 1] voor € 17.500,00 exclusief btw.
[geïntimeerde] is op of omstreeks 30 september 2015 begonnen met de werkzaamheden.
[geïntimeerde] heeft bij factuur van 4 oktober 2015, gericht aan [eenmanszaak van appellant] , als eerste termijn € 12.100,00 inclusief btw in rekening gebracht. [appellant] heeft deze factuur betaald.
[geïntimeerde] heeft daarna de volgende facturen verstuurd:
- op 31 oktober 2015 aan [eenmanszaak van appellant] als tweede termijn € 6.050,00 inclusief btw;
- op 7 december 2015 aan [eenmanszaak van appellant] als meerwerk € 4.416,96 inclusief btw;
- op 7 december 2015 aan Fam. [appellant] voor werkzaamheden aan een nieuwe keuken € 907,50 inclusief btw. [appellant] heeft deze drie facturen niet betaald.
Bij e-mail van 23 november 2015 heeft [geïntimeerde] laten weten geen verdere werkzaamheden/leveringen uit te voeren voordat de tweede termijn is betaald.
Bij e-mail van 25 november 2015 heeft [appellant] aan [geïntimeerde] geschreven:
“Bedankt voor uw email. Zoals ik telefonisch al aan u heb medegedeeld heb ik geenszins de intentie om uw rekening niet te betalen. Ik had u verzocht om factuur voor het meerwerk toe te sturen zodat we na betaling van deze “termijn nota” niet voor verrassingen komen te staan. Vanochtend is een specialist op de bouw geweest om uw werk te beoordelen. De eerste beoordeling is dat het werk er op veel plaatsen slordig en niet volgens reguliere gebruiken is uitgevoerd. Over het algemeen zijn de blokken zijn niet netjes gestapeld en tevens klopt het verband niet.
onderstaande punten vereisen aanpassing, reparatie dan wel opheldering:
-
hoeken dienen in metselverband te worden gemaakt. Waarom is dit niet gebeurt op de eerste verdieping?
-
latei boven WC deuren is verkeerd geplaatst. —> 95% kans op scheurvorming
-
ontbreken metselverband hoek blokken bij wanden WC —> wand vanaf deuren moet opnieuw!
-
ontbreken metselverband op diverse plaatsen
-
ontbreken hoekverband op diverse hoeken
-
doorzicht in wanden repareren met cement, dit dient niet te geschieden door stukadoor. Stukadoor kan en mag puur cosmetische reparaties aanbrengen
-
alle doorzicht repareren. Bij houtenbalken dient ook alles te zijn gedicht en vlak te zijn afgewerkt.
-
eerste verdieping kozijn afwerking steekt 1.5-2cm buiten de wand uit.
Dit dient te worden gerepareerd.
-
gebroken blokken dienen niet te worden gebruiken. Hier hebben we het niet over een
afgebrokkeld hoekje, maar over een scheur over de volledige blok.
-
Latei boven tussenwand begaande vloer kantoor en keuken rust op hout. hout gaat werken waardoor er scheuren gaan ontstaan.
-
aangeven bevestigingspunten houten draagbalken begaande grond.
-
aangeven bevestigingspunten houtendraagbalken op eerste verdieping aan de betonnen buitenwand.
-
kozijn bij ramen begaande grond is niet afgewerkt.
-
verwijderen lijmresten
-
toiletten aansluiten
-
deuren met hang en sluitwerk plaatsen
-
elektra vertekenen.
Een uitgebreid rapport zult u ontvangen zodra de inspecteur ( [bouwkundig ontwerp en adviesburo] bouwkundig ontwerp en adviesburo) zijn definitieve rapport heeft opgesteld.
Bovenstaande is een kleine greep uit de punten die nog afgewerkt moeten worden. Dit is voldoende om vast te kunnen stellen dat er nog veel werk moet worden verzet alvorens de tweede termijn (waarna er in principe een zeer gering bedrag over blijft) kan worden betaald.
Graag verneem ik van u welke werkzaamheden er volgens u nog moeten worden uitgevoerd en hoeveel tijd u daarvoor nodig zult hebben.
Omdat u zelf reeds definitief hebt besloten om geen werkzaamheden meet uit te voeren verbied ik u bij deze mijn pand en/of perceel na heden te betreden. Tevens verzoek ik u om de sleutels van mijn pand te retourneren. Dit kan per aangetekende post naar [adres 2] , [postcode] te [plaats 2] .
De bouwunit die u op mijn terrein hebt gestald moet u zo spoedig mogelijk van mijn terrein verwijderen. Hiertoe kunt u een telefonische afspraak maken met mij. Als de bouwunit voor 3 december niet is opgehaald zal ik kosten voor opslag in rekening brengen.
Wellicht ten overvloede deel ik nogmaals mede dat wij nimmer de intentie hebben gehad om uw factuur niet te betalen.
Zoals u kunt zien heb ik mijn advocaat verwittigd van deze zaak door betreffende email per cc aan zijn kantoor te sturen. Het betreft advocaat Mr. [advocaat] van [kantoor] te [kantoorplaats] . Alle gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten die wij door uw toedoen moeten maken zullen op u worden verhaald.
Teneinde ons beide veel kosten en tijd te besparen verneem ik graag van u of u deze kwestie in goed onderling overleg wilt oplossen.”
i. Bij e-mail van 28 november 2015 heeft [geïntimeerde] aan [appellant] geschreven:
“Er is door ons aan u medegedeeld dat er zolang als het 2e termijn niet is voldaan er geen diensten en leveringen plaats zullen vinden, er nooit aangegeven dat wij niet terug zouden komen om het werk te voltooien.
Dit 2e termijn is gewoon een tussen termijn en geen opleveringstermijn.
U gaf aan pas over te gaan tot betaling als het werk gereed was, en dit gaat voor ons te ver.
Tevens wil ik u er op attenderen dat zolang de rekeningen niet zijn voldaan, het werk en de materialen van de aannemer blijven, dus ik kan ook de boel komen slopen en ophalen (neem aan dat dit ook niet de oplossing is waar u op zit te wachten).
M.b.t. de opleveringspunten die door u zijn aangegeven, hier kunt u beter even afwachten tot dat ik zeg wij zijn klaar en het werk is bij deze opgeleverd.
Ook handig om de verwerking voorschriften van Ytong er op na te zien dat zult u zien dat er nog niet zoveel aan de hand is als u aangeeft.
Extra werk tot op heden in uw opdracht uitgevoerd: 30- 11-2015
(…).”
Bij brief van 1 december 2015 heeft [appellant] aan [geïntimeerde] geschreven:
“Zoals ik reeds in mijn email van 25 november 2015 heb medegedeeld bent u ernstig tekort geschoten in door u verrichte arbeid op de [adres 1] te [plaats 1] . De werkzaamheden welke door u zijn uitgevoerd voldoen niet aan de gangbare kwaliteits- en veiligheidseisen. U hebt minder dan 40% van hetgeen wij hebben afgesproken geleverd.
Middels deze brief stel ik u officieel in gebreke en derhalve is er sprake van een wanprestatie. De mogelijkheid inhoudelijke te reageren op mijn email hebt u onbenut voorbij laten gaan. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat u instemt met hetgeen wij hebben gesteld.
Vandaag 1 december 2015 hebt u de heer [derde] telefonisch verzocht om goederen uit onze loods te verduisteren. U hebt hem gevraagd om de meterkast mee te nemen. Wij delen u mede dat u hiermee een strafbaar feit pleegt.
De sleutels van de poort en het gebouw welke ik u ten behoeve van uw werkzaamheden had geleend heb ik ondanks mijn eerdere verzoek nog niet retour ontvangen.
Met betrekking tot de eerdere inbraak welke op 26 oktober 2015 heeft plaatsgevonden heeft de politie vastgesteld dat de toegangspoort van de loods open stond ten tijde van de diefstal. De enige die naast mij beschikt over een sleutel bent u.
Met klem benadruk ik nogmaals dat ik u de toegang tot mijn perceel en loods ontzeg. Bij onbevoegd betreden van mijn perceel of pand, al dan niet met toegangssleutel, overtreed u de wet en zullen wij overgaan tot aangifte bij de politie.
Bij uitblijven van uw reactie zal ik deze kwestie verder laten afwikkelen door mijn raadsman.
Ten overvloede deel ik u mede dat alle gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten, alsmede kosten voor reparatie casu quo herstellen van uw werkzaamheden op uw zullen worden verhaald.”
Bij e-mail van 5 december 2015 heeft [geïntimeerde] aan [appellant] geschreven:
“Helaas zit ik nog op bericht van u te wachten of u nog om tafel wil zitten om het een en ander tot een goed eind te brengen, hopende hoor ik spoedig van u zodat de zaak verder kan.
Tevens wil ik u bij deze laten weten dat Maandag A.S. in de 2e helft van de middag de spullen zoals zaagtafel, pallets, pompwagen, enz.
en dinsdag in de 2e helft van de middag de schaftwagen weg zal gaan.”
Bij e-mail van 7 december 2015 heeft [appellant] aan [geïntimeerde] geschreven:
“Zoals reeds in eerdere correspondentie medegedeeld hebt u verbod om mijn eigendom zonder mijn toestemming te betreden. U kunt mij twee uur voordat u wilt laden bellen zodat ik de goederen voor u uit mijn pand haal en buiten zet. Ik verzoek u om de schaftwagen ook gelijk mee te nemen.
Alvorens over te gaan tot laden wil ik de sleutels retour hebben.
Op advies van de onafhankelijke bouwinspecteur hebben wij ervoor gekozen dat verdere afwikkeling van deze zaak via mijn raadsman zal geschieden.”
[geïntimeerde] heeft een afschrift overgelegd van een e-mail van 10 december 2015 van zijn advocaat aan [appellant] (jr.) met de volgende inhoud:
“(…) Op of omstreeks 23 september 2015 heeft u met cliënt een overeenkomst tot aanneming van werk gesloten. Ter zake heeft u de eerste factuur van cliënt ad € 12.100,- inclusief BTW voldaan. Cliënt is met het werk aangevangen en heeft de nodige werkzaamheden verricht. De tweede termijnfactuur ad € 6.050,- heeft u echter onbetaald gelaten, zulks ondanks herhaalde verzoeken van cliënt. U stelt dat zou zijn overeengekomen dat deze termijn, althans de volledige resterende betaling, eerst na oplevering zou dienen te worden voldaan. Cliënt betwist dit echter met klem. Zulks is nimmer overeengekomen. Onduidelijk is ook waarop u uw stelling ter zake baseert. Kunt u mij daarvan bewijs overleggen? -
Uiteindelijk heeft een en ander ertoe geleid dat u cliënt heeft geweerd van het werk, zulks ten onrechte. Cliënt is desondanks nog immer bereid om de overeenkomst na te komen en de overeengekomen werkzaamheden te verrichten. Ik verzoek u dan ook, en voor zover noodzakelijk wordt u daartoe gesommeerd, om mij binnen zeven dagen na heden schriftelijk te hebben bevestigd dat u cliënt alsnog in de gelegenheid zult stellen om de overeenkomst na te komen. Vervolgens kunnen dan wellicht nadere afspraken worden gemaakt over de nog te verrichten betalingen. Ten aanzien van de door u in uw e-mail van 25 november 2015 gememoreerde vermeende gebreken heeft cliënt u er reeds op gewezen dat het beter is om daarover eventueel te klagen bij het opnemen van het werk teneinde tot oplevering te komen. Het werk is nu nog geenszins af. Uiteraard is cliënt wel bereid om desgewenst de door u genoemde punten met u te bespreken. (…)”
[appellant] heeft betwist dat hij deze e-mail heeft ontvangen.
Op 18 en 19 februari 2016 heeft (de gemachtigde van) [geïntimeerde] [appellant] gesommeerd de drie openstaande facturen te voldoen.