ECLI:NL:GHSHE:2019:3891
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- C.D.M. Lamers
- C.N.M. Antens
- M.I. Peereboom-Van Drunick
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige
In deze zaak gaat het om de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], die sinds 25 mei 2018 onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling (GI). De moeder van [minderjarige] heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 15 mei 2019 aangevochten, waarin de rechtbank de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing heeft verlengd tot 25 mei 2020. De moeder is van mening dat de GI niet voldoende heeft ingezet op een terugplaatsing van [minderjarige] bij haar en dat er geen grond is voor de verlenging van de uithuisplaatsing.
Tijdens de mondelinge behandeling op 1 oktober 2019 is de moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. M.E.G. van Hout, gehoord, evenals de GI. De Raad voor de Kinderbescherming was afwezig. De moeder heeft aangevoerd dat zij aan alle hulpverlening heeft meegewerkt en dat de omstandigheden voor een terugplaatsing van [minderjarige] gunstig zijn. De GI heeft echter betoogd dat [minderjarige] meer structuur en aandacht nodig heeft dan de moeder kan bieden, en dat er een perspectief biedend pleeggezin is gevonden.
Het hof heeft overwogen dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van [minderjarige]. De moeder heeft positieve stappen gezet, maar de speciale begeleiding die [minderjarige] nodig heeft, kan zij niet bieden. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij het belang van [minderjarige] voorop staat.