Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
periode vanaf 1 juli 2017:
periode vanaf 1 augustus 2018is dit:
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 oktober 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de kinderalimentatie tussen de vrouw en de man, die samen twee minderjarige kinderen hebben. De vrouw heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 17 juli 2018 aangevochten, waarin de alimentatie was vastgesteld. De man heeft in incidenteel hoger beroep verweer gevoerd tegen de door de rechtbank vastgestelde alimentatiebedragen. Het hof heeft vastgesteld dat de man met ingang van 1 juli 2017 een lagere bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen moet betalen dan eerder was bepaald. De vrouw heeft verzocht om een verhoging van de alimentatie naar € 550,- per kind per maand, maar het hof heeft geoordeeld dat de man slechts € 112,68 per maand per kind moet betalen vanaf 1 juli 2017 en € 140,44 per maand per kind vanaf 1 augustus 2018. Het hof heeft de wijziging van omstandigheden erkend, waaronder de financiële situatie van de man en de vrouw, en heeft de zorgkorting van 15% toegepast. De beslissing van het hof houdt rekening met de draagkracht van beide ouders en de behoeften van de kinderen. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt.