In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant. De moeder verzoekt om vervangende toestemming voor verhuizing met haar minderjarige kind naar een andere plaats, alsook om een regeling voor de zorg- en opvoedingstaken en een financiële verrekening met de vader. De rechtbank had eerder de verzoeken van de moeder afgewezen, wat leidde tot haar hoger beroep. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 oktober 2019 hebben partijen overeenstemming bereikt over de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden en de zorgregeling. Het hof heeft de verzoeken van de moeder om vervangende toestemming voor verhuizing en de zorgregeling pro forma aangehouden tot 3 januari 2020. De zaak met betrekking tot de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden is afgerond, waarbij de vader verplicht is om een bedrag aan de moeder over te maken en een spaarrekening voor het kind te openen. De beslissing van het hof is op 17 oktober 2019 openbaar uitgesproken.