ECLI:NL:GHSHE:2019:3775
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- R.A.T.M. Dekkers
- M.A.M. Wagemakers
- J.P.F. Rijken
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen verlenging van gevangenhouding met ernstige bezwaren tegen verdachte
Op 18 september 2019 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de eerste verlenging van de gevangenhouding van de verdachte werd bevolen. De verdachte, die wordt verdacht van ernstige misdrijven zoals mensenhandel, mishandeling en verkrachting, had hoger beroep ingesteld tegen de verlenging van zijn gevangenhouding met zestig dagen. Het hof constateerde dat de behandeling van het appel vertraagd was door logistieke problemen in de aanlevering van het dossier, maar oordeelde dat deze vertraging niet als voorspoedig kon worden beschouwd in de zin van artikel 71, vierde lid van het Wetboek van Strafvordering.
Het hof heeft de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord en het dossier bestudeerd. Het hof kwam tot de conclusie dat de ernstige bezwaren met betrekking tot de verkrachting niet meer aanwezig waren, maar dat er voor de overige beschuldigingen voldoende ernstige bezwaren bestaan. De verdachte wordt verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten die een gevangenisstraf van twaalf jaar met zich meebrengen, wat de rechtsorde ernstig schokt. Het hof oordeelde dat het voor de samenleving onacceptabel zou zijn als de verdachte, tegen wie ernstige bezwaren bestaan, niet in voorlopige hechtenis zou worden gehouden, omdat dit zou kunnen leiden tot maatschappelijke onrust.
Het hof heeft het verzoek van de verdachte om de voorlopige hechtenis te schorsen afgewezen, omdat er geen bijzondere omstandigheden waren aangevoerd die het belang van de samenleving bij voortzetting van de voorlopige hechtenis zouden moeten wijken voor het persoonlijk belang van de verdachte. De beschikking van de rechtbank werd bevestigd en het hoger beroep werd afgewezen.