ECLI:NL:GHSHE:2019:3755
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake omgang en gezag tussen ouders van minderjarige
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep over de omgang en het gezag van een minderjarige. De vader, die in hoger beroep is gegaan, heeft zijn verzoek om dwangsommen in te stellen ingetrokken, omdat hij en de moeder in staat zijn om in onderling overleg afspraken te maken over de omgang tussen hem en de minderjarige. De vader handhaaft echter zijn verzoek om gezamenlijk ouderlijk gezag. Het hof heeft de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om een nader advies uit te brengen over dit gezag. De zaak is aangehouden tot 10 januari 2020, zodat het hof de resultaten van het onderzoek van de raad kan afwachten.
De procedure begon met een beschikking van het hof op 23 augustus 2018, waarin een voorlopige omgangsregeling werd vastgesteld. De ouders hebben sindsdien stappen gezet in de richting van een constructief ouderschap, waarbij de omgang tussen de vader en de minderjarige positief is verlopen. De vader heeft aangegeven vertrouwen te hebben in verdere afspraken met de moeder. De moeder heeft ook aangegeven dat de omgangsmomenten goed verlopen en dat zij de zaak op de stukken wil afdoen.
Het hof heeft vastgesteld dat er geen gezamenlijk gezag is tussen de ouders en dat de vader zijn verzoek om gezamenlijk gezag handhaaft. Het hof acht het wenselijk dat de raad zich met de ouders verstaat over deze kwestie en heeft de verdere behandeling van de zaak aangehouden om het advies van de raad af te wachten. De ouders zijn in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken schriftelijk te reageren op het rapport van de raad.