ECLI:NL:GHSHE:2019:3745
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling tussen grootouders en moeder met betrekking tot minderjarige
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een omgangsregeling tussen de grootouders en hun kleinkind, waarbij de moeder van het kind zich verzet tegen contact. De grootouders, verzoekers in principaal appel, hebben in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 30 juni 2017 aangevochten, waarin hun verzoek om omgang met hun kleinkind was afgewezen. De moeder, verweerster in principaal appel, heeft in incidenteel appel verzocht om de grootouders niet ontvankelijk te verklaren in hun verzoek. Het hof heeft in een eerdere beschikking van 5 juli 2018 bepaald dat de grootouders en het kleinkind gerechtigd zijn tot contact, maar dat dit contact onder begeleiding van de Stichting Combinatie Jeugdzorg moet plaatsvinden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 20 augustus 2019 is de situatie verder besproken. De moeder heeft aangegeven dat zij niet wil meewerken aan het omgangstraject, omdat dit haar psychisch welzijn zou schaden en zij zich zorgen maakt over de veiligheid van het kind. De raad voor de Kinderbescherming heeft ook zijn zorgen geuit over de situatie en de mogelijkheid van contact tussen de grootouders en het kleinkind. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder en haar partner vijandig staan tegenover de grootouders, wat de mogelijkheid van een onbelast contact bemoeilijkt.
Uiteindelijk heeft het hof geoordeeld dat het belang van het kind voorop staat, maar dat de huidige omstandigheden, waaronder de psychische toestand van de moeder en de gezondheid van het kind, maken dat contact tussen de grootouders en het kleinkind op dit moment niet mogelijk is. Het hof heeft het hoger beroep van de grootouders afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, zodat ieder zijn eigen kosten draagt.