Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant] ,
[appellante],
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, gaat het om een burenconflict over vochtschade en de bijbehorende herstelkosten. De appellanten, wonende te [woonplaats], hebben in principaal appel beroep aangetekend tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, waarin hen werd veroordeeld tot medewerking aan herstelwerkzaamheden aan een mandelige scheidsmuur. De zaak is ontstaan na de constatering van vochtplekken door [geïntimeerde 1] in zijn aanbouw, die hij toeschrijft aan de onrechtmatige daad van [appellant]. De rechtbank heeft in het bestreden vonnis geoordeeld dat de kosten van herstel gelijkelijk verdeeld moeten worden tussen beide partijen, wat leidt tot een 50%/50% verdeling van de kosten. In hoger beroep heeft [appellant] vijf grieven aangevoerd, waarbij hij de aansprakelijkheid voor de schade betwist. Het hof heeft de deskundigenrapporten van zowel Feron als [schadebegeleiding] in overweging genomen en geconcludeerd dat de onrechtmatige daad van [appellant] de oorzaak is van de vochtschade. Het hof volgt het oordeel van de rechtbank en bekrachtigt het vonnis, waarbij de proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd. De uitspraak is gedaan op 8 oktober 2019.