ECLI:NL:GHSHE:2019:3624
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van het gezag van ouders over minderjarige in het belang van de ontwikkeling en hechting
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 3 oktober 2019, gaat het om de beëindiging van het ouderlijk gezag van de ouders over hun minderjarige kind, geboren op [geboortedatum] 2017. De ouders, appellanten in deze zaak, hebben in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 3 april 2019 te vernietigen, waarin hun gezag over het kind werd beëindigd en de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (GI) tot voogd werd benoemd. De ouders zijn van mening dat zij niet de kans hebben gekregen om te bewijzen dat zij in staat zijn om voor hun kind te zorgen en hebben verzocht om een gezinsopname om hun pedagogische vaardigheden te onderzoeken.
Tijdens de mondelinge behandeling op 10 september 2019 zijn de ouders, de raad voor de Kinderbescherming en de GI gehoord. De raad heeft aangegeven dat er voldoende onderzoek is gedaan en dat het in het belang van de ontwikkeling van het kind is dat het perspectief bij het pleeggezin blijft. De GI heeft bevestigd dat de ouders niet in staat zijn om de zorg voor het kind op zich te nemen, ondanks de inzet van hulpverlening. De pleegmoeder heeft aangegeven dat het goed gaat met het kind in het pleeggezin.
Het hof heeft overwogen dat, gezien de complexe psychische problematiek van de moeder en de hulpverlening die is ingezet, de ouders niet in staat zijn om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van het kind te dragen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het belang van het kind voorop staat. De ouders blijven betrokken, maar de duidelijkheid over het gezag is noodzakelijk voor zowel hen als het kind.