ECLI:NL:GHSHE:2019:3622
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Wijziging kinderalimentatie en draagkracht in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 3 oktober 2019 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende kinderalimentatie. De man, verzoeker in het principaal hoger beroep, en de vrouw, verzoekster in het incidenteel hoger beroep, zijn de ouders van drie minderjarige kinderen. De man is in hoger beroep gekomen van een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 4 juli 2018, waarin de kinderalimentatie was vastgesteld. De vrouw heeft een verweerschrift ingediend en tevens incidenteel hoger beroep ingesteld. De mondelinge behandeling vond plaats op 27 juni 2019.
Het hof heeft de feiten vastgesteld op basis van de eerdere beschikking en de ingediende stukken. De man heeft in het verleden een gemiddeld netto inkomen uit arbeid en/of vermogen van € 1.483,96 per maand gehad, maar zijn draagkracht is ter discussie gesteld. De vrouw heeft verzocht om een verhoging van de kinderalimentatie, terwijl de man heeft verzocht om de bestreden beschikking te vernietigen.
Het hof heeft de ingangsdatum van de wijziging van de kinderalimentatie vastgesteld op 4 juli 2018, in plaats van de door de rechtbank vastgestelde datum. De behoefte van de kinderen is vastgesteld op € 523,14 per kind per maand. De draagkracht van de vrouw is berekend op € 1.494,85 per maand, terwijl de draagkracht van de man is vastgesteld op € 483,14 per maand. Het hof heeft geoordeeld dat de man met ingang van 4 juli 2018 een kinderalimentatie van € 89,47 per kind per maand dient te betalen, en met ingang van 1 januari 2019 een bedrag van € 91,26 per kind per maand. De beschikking van de rechtbank is vernietigd voor zover het de kinderalimentatie betreft, en de nieuwe bedragen zijn vastgesteld.