Uitspraak
GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
verzoeker in hoger beroep,
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2008 te [geboorteplaats]
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats]
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
De man betwist dat de vrouw alle verblijfsoverstijgende kosten van de kinderen voldoet en stelt dat hij de verblijfsoverstijgende kosten voor [minderjarige 2] voldoet en dat hij al jaren de kleding voor beide kinderen koopt. Alleen de hobby- en sportkosten betaalt hij niet omdat de vrouw daarover met hem geen overleg wenst te voeren.
Ten overvloede merkt het hof op dat indien partijen zouden wensen dat beide kinderen in gelijke mate profiteren van de draagkracht van partijen de vrouw eerder een bijdrage aan de man zou dienen te voldoen, namelijk de helft van het verschil in draagkracht tussen hen beiden (zijnde € 36,50).
6.De slotsom
7.De beslissing
3 juli 2018, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en in zoverre opnieuw beschikkende:
C.L.M. Smeets en is op 3 oktober 2019 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.