AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Valsheid in geschrifte door het opmaken van valse VZC's met betrekking tot compostvervoer
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 september 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, een rechtspersoon, werd beschuldigd van valsheid in geschrifte door meermalen valse Vrachtbrief Zendingen Compost (VZC's) op te maken. Deze VZC's vermeldden een afnemer die compost zou hebben afgenomen, terwijl deze in werkelijkheid door een ander was afgenomen. De verdachte had deze valse VZC's geregistreerd bij de Dienst Regelingen (DR). Het hof oordeelde dat de verdachte het vertrouwen in de juistheid van dergelijke documenten had geschaad, wat in strijd is met de Meststoffenwet. De verdachte had met haar handelen de regelgeving ondermijnd, wat kan leiden tot milieuschade door overbemesting.
De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete van € 32.800. In hoger beroep heeft de verdediging vrijspraak bepleit, maar het hof heeft de veroordeling bevestigd. Het hof heeft vastgesteld dat de VZC's valselijk zijn opgemaakt en dat de betrokken personen binnen de rechtspersoon opzettelijk hebben gehandeld. De verdediging voerde aan dat de verdachte slechts handelde op basis van gegevens van derden, maar het hof verwierp dit argument. Het hof heeft de geldboete verlaagd naar € 29.500, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure.
Voetnoten
1.Punt 22 op pagina 8 van de pleitnota.
2.Het geschrift, te weten een e-mailbericht d.d. 27 december 2011, pagina 2856 van het eindproces-verbaal.
3.Punten 26-28 op pagina’s 10-11 van de pleitnota.
4.Een geschrift, te weten een tabel met als titel ‘Cijfers betreffende afgeleverde compost conform facturen [bedrijf 9] , pagina 1205 van het eindproces-verbaal.
5.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 oktober 2012, pagina’s 1202-1204 van het eindproces-verbaal.
6.Het proces-verbaal van verhoor van [bedrijf 11] namens [bedrijf 11] B.V. d.d. 30 januari 2013, pagina’s 929-930 van het eindproces-verbaal.
7.Punt 41 op pagina 17 van de pleitnota.
8.De verklaring van de vertegenwoordiger [bestuurder 1] van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 5 december 2016.
9.De verklaring van de vertegenwoordiger [bestuurder 2] van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 5 december 2016.
10.De verklaring van de vertegenwoordiger [bestuurder 1] van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 5 december 2016.
11.Punten 56, 58 en 66 op pagina’s 22-27 van de pleitnota.
12.De geschriften, te weten brieven, pagina’s 2869, 3007 en 3029.
13.De verklaring van de vertegenwoordiger [bestuurder 2] van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 5 december 2016.
14.De verklaring van de vertegenwoordiger [bestuurder 2] van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 5 december 2016.
15.Een geschrift, te weten een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel, pagina 156 van het eindproces-verbaal.