ECLI:NL:GHSHE:2019:3505
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uithuisplaatsing van minderjarige in het kader van jeugdbescherming
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de ouders van de minderjarige [minderjarige] tegen de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 15 april 2019, waarin de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige is verlengd. De ouders, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. R. Aboukir, hebben verzocht deze beschikking te vernietigen en het verzoek van de Gecertificeerde Instelling (GI) af te wijzen. De GI, Stichting Jeugdbescherming Brabant, heeft verweer gevoerd en verzocht het hoger beroep van de ouders af te wijzen.
De mondelinge behandeling vond plaats op 3 september 2019, waarbij de ouders en de GI zijn gehoord. De minderjarige heeft ook haar mening kenbaar gemaakt aan de voorzitter van het hof. Het hof heeft kennisgenomen van eerdere beschikkingen en het verloop van het geding in eerste aanleg. De minderjarige staat sinds 22 februari 2019 onder toezicht van de GI en is op 19 maart 2019 uit huis geplaatst na meldingen van mishandeling door haar vader en broers.
Het hof heeft overwogen dat de uithuisplaatsing van de minderjarige nog steeds noodzakelijk is, gezien de onduidelijkheid over haar veiligheid in de thuissituatie. Ondanks positieve ontwikkelingen bij de ouders, is het hof van oordeel dat de risico's te groot zijn om de minderjarige nu thuis te plaatsen. De ouders hebben aangegeven bereid te zijn tot samenwerking met de hulpverlening, maar het hof acht het nog te vroeg voor een thuisplaatsing. De bestreden beschikking is bekrachtigd, en het hof heeft het verzoek van de ouders afgewezen.