Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
hierna aan te duiden als de bewindvoerder,
5.Het verloop van de procedure
- het arrest van 23 oktober 2018 en de daarin genoemde processtukken;
- de memorie van antwoord;
- het pleidooi, waarbij de advocaten van partijen pleitnotities hebben overgelegd;
- de voorafgaand aan het pleidooi door de bewindvoerder toegezonden producties 5 tot en met 18 en de door Woonwenz toegezonden producties 19 tot en met 21, die bij het pleidooi bij akte in het geding zijn gebracht.
6.De verdere beoordeling
1 augustus 2013 een huurovereenkomst gesloten voor woonruimte gelegen aan de [adres] in [plaats] (hierna: het gehuurde).
In totaal stonden er 96 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 100 cm. Per m2 stonden er 9 planten. (…) In totaal hingen er in de kweekruimte 8 assimilatielampen. In de kweekruimte bevonden zich 2 koolstoffilters. De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie. Tevens stond[er]
een watervat inclusief dompelpomp. (…)
De hennepkwekerij is op 28 juli 2016 ontdekt. Door het tijdsverloop is het belang van Woonwenz om het antidrugsbeleid te handhaven van geringe betekenis.
heeft de hennepkwekerij niet uit vrije wil geëxploiteerd. Zij is door haar ex-vriend ( [ex-vriend] ) bedreigd, onder druk gezet en gedwongen om de hennepkwekerij in het gehuurde toe te staan. [de rechthebbende] heeft geen contact meer met haar ex-vriend.
heeft drie inwonende minderjarige zonen met een verstandelijke beperking, die ten tijde van het aantreffen van de hennepkwekerij 10, 8 en 5 jaar waren. De kinderen zijn onveilig gehecht en hebben ernstige emotionele trauma’s. Het gezin krijgt begeleiding en hulp van diverse instanties en de kinderen staan onder toezicht van Bureau Jeugdzorg Limburg. Uit een verslag van Bureau Jeugdzorg Limburg van november 2017 blijkt dat het voor het continueren van de hulpverlening belangrijk is dat het gezin niet bij opa en oma of Moveoo gaat wonen (cva prod. 6). [de rechthebbende] heeft ook een dochter, zij woont bij de ouders van [de rechthebbende] . Het is voor [de rechthebbende] en haar drie andere kinderen niet mogelijk om daar te verblijven. Als de huurovereenkomst wordt ontbonden ontstaat een noodtoestand. Het gezin zal op straat komen te staan en de hulpverlening zal stagneren, terwijl het gezin kwetsbaar is en permanente ondersteuning nodig heeft.
De omstandigheid dat de hennepkwekerij al op 28 juli 2016 is ontdekt betekent niet dat het belang van Woonwenz om het antidrugsbeleid tegenover [de rechthebbende] te handhaven nu nog slechts van geringe betekenis is.Woonwenz heeft onbetwist toegelicht dat zij al in een gesprek op 10 oktober 2016 aan [de rechthebbende] duidelijk heeft gemaakt dat zij de huurovereenkomst wilde beëindigen. [de rechthebbende] en haar bewindvoerder hebben hiermee niet ingestemd en om die reden is uiteindelijk de bewindvoerder gedagvaard. Dat volgens de bewindvoerder niet is gebleken dat na het aantreffen van de hennepkwekerij nog overlast is geweest, [de rechthebbende] geen contact meer heeft met haar ex-vriend, afspraken wil maken om precedentwerking te voorkomen en de burgemeester reden heeft gezien om af te zien van de bevoegdheid tot sluiting van de woning, maakt het gerechtvaardigd belang van Woonwenz bij ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde niet minder zwaarwegend.
Hij vroeg of er bij mij een kwekerij in de woning mocht. Ik zei dat dit niet kon omdat ik onder bewind stond en mijn kinderen bij bureau jeugdzorg liepen. (…) Achteraf heb ik toch ja gezegd. (…) Ik werd niet zo onder druk gezet. Ik had een week later direct spijt. Ik kon op dat moment niet terugkeren omdat de kwekerij er al zat. (…)”.Hoewel deze verklaring van [de rechthebbende] niet uitsluit dat zij enige vorm van druk door haar ex-vriend heeft ervaren, blijkt hieruit niet dat [de rechthebbende] geen eigen keuze had met betrekking tot de vraag van haar ex-vriend of een hennepkwekerij in het gehuurde mocht. [de rechthebbende] had achteraf bezien spijt van haar keuze. Zij heeft bij de politie verklaard dat zij door haar ex-vriend werd bedreigd toen zij van de hennepkwekerij af wilde, maar uitgaande van de juistheid van deze verklaring heeft die bedreiging plaatsgevonden nadat [de rechthebbende] haar keuze voor de hennepkwekerij al had gemaakt én de kwekerij met haar toestemming in het gehuurde was gekomen. Ook uit de verklaring die [getuige 1] als getuige heeft afgelegd blijkt niet dat [de rechthebbende] voorafgaand aan de gegeven toestemming voor de hennepkwekerij door haar ex-vriend is bedreigd. [getuige 1] heeft als getuige niet meer verklaard dan dat zij één keer fysiek geweld heeft gezien toen de plantage er al half stond en [de rechthebbende] het eigenlijk niet wilde.
is als ouder van haar kinderen in beginsel zelf verantwoordelijk voor het vinden van vervangende woonruimte. De bewindvoerder heeft dit ook erkend. Uit de brieven van Bureau Jeugdzorg Limburg blijkt dat het voor de kinderen van belang is dat zij opgroeien in een stabiele, voorspelbare en veilige omgeving en daarom een belang hebben om in het gehuurde te kunnen blijven, maar hieruit volgt niet dat woonruimte elders niet aan die voorwaarden kan voldoen. Ten tijde van de ontbinding van de huurovereenkomst stond niet vast dat er voor [de rechthebbende] en haar kinderen geen andere mogelijkheid was dan een verblijf bij de crisisopvang van Moveoo. Het nadelige gevolg dat [de rechthebbende] uiteindelijk met haar kinderen bij Moveoo terecht is gekomen, moet zij zelf dragen. Het door de bewindvoerder gedane beroep op jurisprudentie baat [de rechthebbende] niet. De door de bewindvoerder genoemde uitspraken betreffen andere feiten en omstandigheden dan de onderhavige situatie.
7.De uitspraak
€ 3.222,- aan salaris advocaat, en voor wat betreft de nakosten op € 157,- indien geen betekening plaatsvindt, dan wel op € 239,- vermeerderd met de explootkosten indien niet binnen veertien dagen na de datum van dit arrest is voldaan aan de bij dit arrest uitgesproken veroordelingen en betekening van dit arrest heeft plaatsgevonden;