Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door mr. Van der Roest;
- de moeder, bijgestaan door mr. Marcucci;
- mevrouw [vertegenwoordiger van de GI 1] en [vertegenwoordiger van de GI 2] namens de GI;
- de heer [vertegenwoordiger van de raad] namens de raad.
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 23 april 2018;
- het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de moeder d.d. 28 mei 2019.
- de brief van 29 mei 2019 met producties, ingekomen ter griffie op 31 mei 2019, van de GI. Naar het hof begrijpt beoogt de GI hiermee tevens incidenteel hoger beroep in te stellen.
3.De beoordeling in principaal en incidenteel hoger beroep
.
In de oneven jaren is dit andersom.
- in de herfstvakantie bij de vader;
- in de voorjaarsvakantie bij de moeder;
- in de meivakantie de eerste week bij de vader en de tweede week bij de moeder;
- in de kerstvakantie de eerste week bij de moeder en de tweede week bij de vader.
4.De beslissing
5 februari 2016 is vastgesteld als volgt;
- gedurende eenmaal per veertien dagen van vrijdagmiddag 17.00 uur tot zondagavond 19.00 uur, waarbij de moeder de kinderen op vrijdag naar de vader brengt en de vader de kinderen op zondag bij de moeder terugbrengt,
- gedurende de helft van de vakanties, waarbij gedurende de even jaren de volgende verdeling geldt: