De moeder voert in het beroepschrift, zoals aangevuld ter zitting – kort samengevat en zakelijk weergegeven – het volgende aan.
De moeder stelt voorop dat, anders dan voorheen het geval was, zij van de rechtbank geen brieven heeft ontvangen waarin zij is aangeschreven om rekening en verantwoording over het jaar 2016 af te leggen en het vijfjaarlijkse evaluatieformulier in te sturen. Datzelfde geldt voor zowel de oproep als de rappel-oproep voor de zitting van 18 april 2018 bij de rechtbank.
Daarbij komt dat de moeder geen afschrift heeft ontvangen van de bestreden beschikking. Hiervan heeft zij via de grootmoeder, die wel een afschrift ontving, kennisgenomen.
Door middel van haar eerste grief voert de moeder dan ook onder meer aan dat de kantonrechter zich er niet voldoende van heeft vergewist of zij de door de rechtbank verstuurde post heeft ontvangen. Evenmin is er op enige andere wijze geprobeerd om contact te zoeken met de moeder, de grootmoeder of [betrokkene] zelf. Met deze handelwijze heeft de rechtbank niet voldoende rekenschap gegeven van de belangen van zowel de moeder, [betrokkene] als de grootmoeder.
De moeder voert door middel van haar tweede grief onder meer aan dat het in het belang van [betrokkene] is dat de moeder zijn curator is. Er is door de rechtbank onvoldoende rekening gehouden met de belangen van [betrokkene] en die van zijn familieleden. Daarbij komt dat de wet er - kort gesteld - de voorkeur aangeeft om het curatorschap binnen de familie te houden.
Waar de curatele sinds de aanvang vlekkeloos verliep, ervaart de grootmoeder - als dagelijks verzorgster van [betrokkene] - thans een stroeve communicatie met de opvolgend curator.
Er dient voor de kleinste dingen toestemming te worden gevraagd en de juiste procedure te worden afgewerkt. Een ander frustratiepunt is het aanvullen van de garderobe van [betrokkene] ; voordat er een winterjas kan worden aangeschaft dient er een gemotiveerde begroting te worden opgesteld. Dit is voor alle belanghebbenden een onwenselijke situatie, aldus de moeder.