3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
3.1.1.Partijen zijn op 23 maart 2004 te Terneuzen gehuwd in gemeenschap van goederen. De man heeft de Turkse nationaliteit. De vrouw heeft zowel de Turkse als de Nederlandse nationaliteit.
De vrouw heeft op 27 juli 2018 een verzoekschrift tot echtscheiding ingediend. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft bij beschikking van 27 februari 2019 de echtscheiding tussen partijen uitgesproken. De echtscheiding is op 21 juni 2019 ingeschreven in de daartoe bestemde registers van de burgerlijke stand van de gemeente Terneuzen.
3.1.2.Tot de – inmiddels ontbonden – huwelijksgemeenschap behoort de echtelijke woning, gelegen aan de [adres] , [postcode] te [plaats] (hierna: de woning).
3.1.3.Op de woning rust een recht van hypotheek ten gunste van Delta Lloyd (polisnummer [polisnummer] ). Partijen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor deze hypothecaire geldlening.
3.1.4.Uit een e-mail van Delta Lloyd van 7 maart 2019 blijkt dat sprake is van een achterstand in de betalingen van de hypothecaire rente en premies. Die achterstand bedraagt per 7 maart 2019:
- rente: € 968,07 (ruim drie-en-een-halve maand);
- premies: € 461,16 (incl. de nota van 7 maart 2019).
3.1.5.De rechtbank heeft in de echtscheidingsbeschikking de beslissing(en) over de verdeling van de huwelijksgemeenschap aangehouden. Partijen zijn nog in afwachting van een datum voor de mondelinge behandeling van de verdelingsprocedure.
3.2.1.In de onderhavige procedure vordert de vrouw bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, samengevat en voor zover in hoger beroep nog van belang, de man te veroordelen:
om binnen tien dagen na betekening van het vonnis zijn handtekening te plaatsen onder een door makelaar [de makelaar] voor de woning op te stellen verkoopopdracht, met bepaling dat bij gebreke van medewerking van de man het vonnis de toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van de man zal vervangen;
om binnen één week na betekening van het vonnis de achterstallige hypotheektermijnen van € 1.429,23 + pm voor de woning te voldoen aan Delta Lloyd;
tot betaling van de hypotheektermijnen vanaf heden totdat de woning zal zijn verkocht en geleverd aan een derde door telkens voor de eerste van iedere maand, deze te voldoen aan Delta Lloyd;
de tot het betalen van een dwangsom van € 250,-- per dag voor het niet voldoen aan het gevorderde onder 2) en 3), met een maximum van € 10.000,--;
in de kosten van het geding.
3.2.2.Aan deze vorderingen heeft de vrouw kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd.
Partijen zijn niet in staat de woning over te nemen. De woning moet daarom worden verkocht. De man weigert iedere medewerking aan die verkoop. Bovendien voldoet hij de hypotheeklasten al enkele maanden niet meer. Inmiddels is een forse hypothecaire achterstand ontstaan. Delta Lloyd heeft de vrouw medegedeeld dat als de achterstand nog verder toeneemt, een executieverkoop zal volgen. De vrouw is niet in staat om, naast haar huidige huurlast, de hypothecaire lasten te dragen. Bovendien is het redelijk dat de man die lasten draagt omdat hij ook de volledige hypotheekrente-aftrek ontvangt.
3.2.3.De man heeft verweer gevoerd. Hij stemt niet in met de verkoop van de woning, omdat hij de woning zelf wil overnemen. Dit is financieel mogelijk en hij is hierover met de bank in gesprek. Hij heeft met de vrouw afgesproken dat tot het moment waarop de echtscheiding is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, de hypothecaire last door partijen bij helfte wordt gedeeld. Er is sprake van enige achterstand, maar hij is al maanden bezig met het gedeeltelijk aflossen van die achterstand. Hij is niet bereid om meer dan de helft van de hypotheeklasten te voldoen.
3.2.4.In het bestreden vonnis heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de vrouw haar spoedeisend belang voldoende aannemelijk heeft gemaakt. De man is door de voorzieningenrechter veroordeeld:
om binnen tien dagen na betekening van het vonnis zijn handtekening te plaatsen onder een door makelaar [de makelaar] voor de woning op te stellen (standaard)verkoopopdracht en daarbij is bepaald dat indien de man hieraan geen gevolg geeft, het vonnis in de plaats treedt van de vereiste toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van de man;
om binnen één week na betekening van het vonnis de helft van de achterstallige hypotheektermijnen voor de woning te voldoen aan Delta Lloyd;
tot betaling van de hypotheektermijnen voor de woning vanaf heden totdat de woning zal zijn verkocht en geleverd aan een derde, welke betalingen hij rechtstreeks en tijdig (telkens voor de eerste van iedere maand) moet voldoen aan Delta Lloyd;
om aan de vrouw een dwangsom te betalen van € 100,-- voor iedere dag of dagdeel dat hij na betekening van het vonnis in gebreke blijft van de veroordeling onder b) en c) te voldoen, tot een maximum van € 5.000,-- is bereikt.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de proceskosten zijn gecompenseerd.