3.1.Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken het volgende vast, voor zover nog van belang in hoger beroep (bestreden vonnis, 2). Het hof stelt de feiten zelfstandig vast. In zoverre treft de grief van [appellante] gericht tegen de weergave van feiten in het bestreden vonnis (grief 1) geen doel.
[bestuurder en aandeelhouder van geintimeerde] is bestuurder en aandeelhouder van [geïntimeerde] .
[bestuurder van appellante 1] en [bestuurder van appellante 2] (zoon van [bestuurder en aandeelhouder van geintimeerde] ) besturen [appellante] .
Partijen hebben op 20 juni 2017 een overeenkomst ondertekend. In deze overeenkomst staat kort gezegd dat [bestuurder van appellante 2] en [bestuurder van appellante 1] op 30 juni 2017 het bestuurderschap van [geïntimeerde] overnemen van [bestuurder en aandeelhouder van geintimeerde] , de helft van diens aandelen in [geïntimeerde] uiterlijk 31 december 2017 verkrijgen. Ten aanzien van de financiën is in de overeenkomst voor zover van belang het volgende opgenomen:
“6. De verwachte kosten in [de vennootschap 2] bestaan uit:
€ 1.000 aflossing/rente van de ABN AMRO bank schuld
€ 1.000 salariskosten van [bestuurder en aandeelhouder van geintimeerde] en
€ 400 kosten in standhouding [de vennootschap 2]
[appellante] zal middels een maandelijkse vergoeding van € 2.400 aan [de vennootschap 2] zorgdragen dat deze maandelijkse kosten betaald kunnen worden door [de vennootschap 2] dan wel dat er omzet van grote klanten van [de vennootschap 2] blijft en de marge op deze omzet in mindering wordt gebracht van de maandelijkse vergoeding van € 2.400.
Indien de schuld aan de ABN AMRO bank in [de vennootschap 2] afgelost wordt door eventuele verkoop van de eigen woning van [bestuurder en aandeelhouder van geintimeerde] , dient [appellante] de maandelijkse termijnen van € 1.000 te blijven voldoen ter aflossing van de schuld tussen [de vennootschap 2] en [bestuurder en aandeelhouder van geintimeerde] die ontstaat door de aflossing van het restant saldo van de ABM AMRO schuld.
7.
[bestuurder van appellante 2] en [bestuurder van appellante 1] zullen vanaf 1 mei 2017 als bestuurder (gezamenlijk bevoegd) worden ingeschreven in de Kamer van Koophandel.
8. [bestuurder van appellante 2] en [bestuurder van appellante 1] zullen vanaf 1 mei 2017 de administratie, (inclusief bevoegdheid bankrekeningen) gaan beheren.
9. [bestuurder en aandeelhouder van geintimeerde] houdt voor 2017 het recht om inzage te hebben in de bankrekeningen van [de vennootschap 2] en de administratie, zodat hij enig inzicht behoudt in de financiële situatie van [de vennootschap 2] . Dit is puur informatief.
10. De vaste telefonie van [de vennootschap 2] zal zo spoedig mogelijk worden overgezet naar [appellante] .”
Partijen hebben deze overeenkomst niet uitgevoerd. De aandelen en het bestuurderschap zijn niet overgegaan. Onmin is ontstaan. [appellante] (en/of [bestuurder van appellante 2] en/of [bestuurder van appellante 1] ) heeft verklaard de overeenkomst buitengerechtelijk te ontbinden.