6.2.Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken het volgende vast.
[appellant] heeft een huis in [woonplaats] (hierna: het huis).
[geïntimeerde] heeft op 16 november 2015 een offerte uitgebracht voor een compleet inbraakbeveiligingssysteem (drie installaties: elektronische terreinbeveiliging; camerabewaking; en schrikverlichting) (inleidende dagvaarding, 3, productie 2; incidentele conclusie van antwoord, productie 2; conclusie van antwoord, 2.1).
[appellant] heeft [geïntimeerde] in november 2015 opdracht (hierna: de overeenkomst) gegeven voor het leveren het monteren van het systeem (een deel van de offerte; inleidende dagvaarding, 3; incidentele conclusie van antwoord, productie 6) (hierna: het systeem).
[geïntimeerde] heeft eind 2015 en begin 2016 werkzaamheden uitgevoerd.
[geïntimeerde] heeft vanaf november 2016 tot in januari 2016 facturen gestuurd (1e, 2e en 3e termijn en administratie- en aansluitkosten) (incidentele conclusie van antwoord, productie 7). [appellant] heeft deze facturen betaald, in totaal € 114.040,30 inclusief btw.
[geïntimeerde] heeft het systeem opgeleverd op 20 januari 2016. Partijen hebben in de bijlage bij het proces-verbaal van oplevering als alsnog af te werken punten genoteerd met betrekking tot: revisietekening, bijwerken schilderwerk mast, aansluiten sirenes, online zetten camerabeelden naar meldkamer, pasje, verbinding camerabeelden afkoppelen, meerwerk (centrale, twee sirenes) en minderwerk (conclusie van antwoord, 3.1-3.2).
[geïntimeerde] heeft in januari en maart 2016 nog twee facturen gestuurd (4e termijn en extra werkzaamheden) voor € 15.238,38 en € 808,58 inclusief btw (conclusie van antwoord, productie 18). [appellant] heeft deze facturen niet betaald.
[geïntimeerde] is vanaf de oplevering bezig geweest met een testperiode die zou duren tot 18 maart 2016. Tussen 20 januari 2016 en 23 februari 2016 heeft het systeem acht meldingen gegeven: twee alarmmeldingen (een poes en een reiger, omdat het systeem niet goed was afgesteld), drie storingsmeldingen en één waarschuwingsmelding (camerabewaking) (conclusie van antwoord, 4.3-4.4). Een vertegenwoordiger van [appellant] heeft [geïntimeerde] hierover gebeld op 23 februari 2016 (conclusie van antwoord, 4.1). [geïntimeerde] heeft onderzoek gedaan en daarover bericht in een e-mail (23 februari 2016): zij heeft de gevoeligheid van de “beams” aangepast en geregeld dat de technische controlemeldingen worden gerapporteerd naar haar (in plaats van [appellant] ) (inleidende dagvaarding, productie 4). De vertegenwoordiger van [appellant] heeft in een e-mail van 25 februari 2016 aan [geïntimeerde] geschreven dat [appellant] (nog) geen vertrouwen had in “een goed en foutloos werkende beveiligingsinstallatie”. Er waren veel loze alarmmeldingen, de oorzaak daarvan was onduidelijk en het was niet mogelijk via de telefoon op afstand in te loggen op het systeem, aldus deze e-mail (inleidende dagvaarding, productie 4).
[deskundige aan de zijde van appellant 1] heeft op 1 maart 2016 in opdracht van [appellant] onderzoek gedaan naar het systeem. [geïntimeerde] is daarbij niet aanwezig geweest (wel waren haar monteurs ter plaatse aanwezig voor werkzaamheden). De vertegenwoordiger van [appellant] heeft in een e-mail van 3 maart 2016 aan [geïntimeerde] laten weten dat er volgens [deskundige aan de zijde van appellant 1] diverse tekortkomingen waren in de installatie en de aanleg daarvan, die de storingen en het niet functioneren van de installatie veroorzaakten. [deskundige aan de zijde van appellant 1] heeft een rapport opgemaakt (inleidende dagvaarding, productie 8). [appellant] heeft dit rapport toen niet aan [geïntimeerde] gegeven (conclusie van antwoord, 6.9). De vertegenwoordiger van [appellant] heeft wel een e-mail van 22 maart 2016 (conclusie van antwoord, productie 15) naar [geïntimeerde] gestuurd waarin enkele opmerkingen staan over:
- processor overbelast
- netwerk- en signaalbekabeling onafgeschermd en geen overspanningsbeveiliging
- bekabeling naar masten niet mechanisch beschermd
- meer details van installatie/bekabeling nodig (kabelafstanden groot)
- minimale benutting functionaliteiten camera’s en opnamerecorder.
heeft dezelfde dag op deze e-mail gereageerd (conclusie van antwoord, productie 15).
Partijen hebben vervolgens uitvoerig gecorrespondeerd (bijvoorbeeld: inleidende dagvaarding, producties 11-13). Zij hebben in deze correspondentie op hoofdlijnen hun standpunten gehandhaafd. Deze standpunten komen erop neer dat het systeem gebrekkig is (standpunt [appellant] , onder verwijzing naar [deskundige aan de zijde van appellant 1] ) en dat de testfase in maart 2016 nog liep (standpunt [geïntimeerde] ). [appellant] betoogt dat hij rechtsgeldig heeft ontbonden bij brief van 9 mei 2016 (inleidende dagvaarding, productie 13). [geïntimeerde] antwoordt dat zij geen gelegenheid voor herstel heeft gehad.