ECLI:NL:GHSHE:2019:3292
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over de minderjarige na ernstige verwaarlozing en problematiek
In deze zaak gaat het om de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over haar minderjarige kind, geboren in 2010, die sinds 2012 onder toezicht staat van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering. De moeder heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Limburg aangevochten, waarin haar ouderlijk gezag was beëindigd. De moeder heeft aangegeven dat zij hard aan zichzelf heeft gewerkt, geen harddrugs meer gebruikt, therapie volgt en vrijwilligerswerk doet. Ze heeft echter geen contact met haar kind en de samenwerking met het pleeggezin is moeizaam. De Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling hebben de beëindiging van het gezag van de moeder ondersteund, omdat de moeder niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van haar kind te dragen binnen een aanvaardbare termijn.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Het hof concludeert dat de moeder, ondanks haar inspanningen, nog niet in staat is om haar ouderrol op een manier te vervullen die nodig is voor de ontwikkeling van de minderjarige. De moeder heeft sinds 2015 geen contact meer met haar kind en de relatie met het pleeggezin is verstoord. Het hof oordeelt dat de aanvaardbare termijn van onzekerheid voor de minderjarige is verstreken en dat beëindiging van het gezag van de moeder noodzakelijk is voor de stabiliteit en ontwikkeling van het kind. De beschikking van de rechtbank Limburg wordt bekrachtigd, en het hof verzoekt om een afschrift van deze uitspraak toe te zenden aan het centraal gezagsregister.