De vader voert - kort samengevat - het volgende aan.
De rechtbank heeft naar de mening van de vader terecht overwogen dat de verdeeldheid over het gezag juist strijdverhogend werkt en daarmee een constructieve oudercommunicatie tegenwerkt.
Ook gezien de psychische gesteldheid van de moeder, acht de vader het gezamenlijk gezag in het belang van [minderjarige 2] , al blijkt uit het raadsrapport dat de moeder meer grip op haar emoties heeft gekregen. Mogelijk werkt dit ook door in het samen ouder zijn voor de kinderen, waar de vader ook aan wil werken.
Er is geen sprake van een klem-positie van [minderjarige 2] als gevolg van de problemen tussen de ouders, zo stelt de raad vast in zijn rapport. Vanuit het wettelijk uitganspunt dient de vader ook ten aanzien van [minderjarige 2] belast te worden met het (gezamenlijk) ouderlijk gezag.
De vader vindt dat naar de toekomst dient te worden gekeken. Er is nu ook een gezinsvoogd die in het gezamenlijk ouderschap kan investeren. De vader betwist dat hij niet betrokken wil zijn bij de opvoeding van en het nemen van beslissingen over de kinderen.
De moeder heeft zonder problemen beslissingen kunnen nemen over de kinderen. Het gezamenlijk gezag over [minderjarige 1] heeft niet tot problemen geleid. De raad heeft overwogen dat er geen feiten bekend zijn waaruit blijkt dat de vader het gezag zou misbruiken of de strijd met de moeder zou aangaan over de kinderen. Het ontbreken van goede communicatie brengt niet zonder meer mee dat in het belang van het kind het gezag slechts bij een van de ouders zou moeten rusten. De vader acht het niet in het belang van de kinderen dat de vader over het ene kind wel gezag heeft en over het andere kind niet.
De vader stelt dat hij, ondanks het feit dat de moeder de dag vóór de onbegeleide omgang met de kinderen een bericht stuurde dat de kinderen ziek waren, wel degelijk op de afgesproken plek heeft staan wachten, maar dat de moeder niet is komen opdagen. De vader betwist uitdrukkelijk de negatieve berichten over hem die de moeder zou hebben gehoord. De vader verbaast zich over de uitspraken van de moeder ter zitting van het hof, aangezien de moeder nog tijdens de zitting voorafgaand aan de beschikking van 5 juni 2019 heeft verzocht de ondertoezichtstelling niet te verlengen omdat de ouders goed met elkaar communiceerden en zij heeft verklaard het onderhavige appel te zullen intrekken.