Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
- [minderjarige 1](hierna: [minderjarige 1] ), geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2](hierna: [minderjarige 2] ), geboren op [geboortedatum] 2004 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 3](hierna: [minderjarige 3] ), geboren op [geboortedatum] 2007 te [geboorteplaats] .
“Het verzoek wordt afgewezen, indien:
c. een ouder weigert in te stemmen met de verzochte geslachtsnaamswijziging van de minderjarige van twaalf jaren of ouder, tenzij deze minderjarige bij zijn instemming blijft.”
Nu de wettelijke vertegenwoordigers van genoemde minderjarigen van mening verschillen over een eventuele wijziging van de geslachtsnaam van hun kinderen is er sprake van een geschil omtrent de gezamenlijke gezagsuitoefening, dat beoordeeld dient te worden op grond van artikel 1:253a BW. Dit artikel vormt voor de burgerlijke rechter een zelfstandig toetsingskader en bepaalt, dat ingeval van gezamenlijke gezagsuitoefening geschillen tussen de ouders hieromtrent op verzoek van beiden of een van hen aan de rechtbank kunnen worden voorgelegd. De burgerlijke rechter neemt een zodanige beslissing als hem in het belang van het kind wenselijk voorkomt.