Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer C/02/330621, rolnummer HA ZA 17-326)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met drie producties;
- de memorie van antwoord.
3.De beoordeling
- [appellante] is verantwoordelijk voor het onderhoud van een appartementencomplex aan de [adres] te [vestigingsplaats] . Het appartementencomplex is gebouwd in 1989 en kent 12 woonlagen.
- Het appartementencomplex heeft bij de twee trappenhuizen puien van houten gevelelementen (kozijnen) met glas. De elementen zijn ter plaatse van de bordessen in de trappenhuizen op elkaar geplaatst en gekoppeld aan de betonnen bordesvloeren. Op elke verdieping zijn de elementen uit drie afzonderlijke delen opgebouwd: twee vleugelelementen aan de zijkanten en een groter, recht element aan de voorzijde.
- Sinds de oplevering van het appartementencomplex in 1989 is sprake geweest van regelmatig terugkerende lekkageproblemen althans vochtproblemen bij de puien van de trappenhuizen.
- [geintimeerde] houdt zich voornamelijk bezig met glas-, schilder-, behang-, stuc- en spuitwerkzaamheden. Zij verzorgde het schilderwerk aan het appartementencomplex.
- Op 30 juni 2009 heeft de heer [voorzitter van appellante] van [appellante] met het oog op het uit te voeren buitenschilderwerk een gesprek gehad met de heer [directeur van geintimeerde] van [geintimeerde] over de regelmatig terugkerende lekkages bij de puien van de trappenhuizen van het appartementencomplex.
- Op 8 juli 2009 heeft een aantal personen van [geintimeerde] een inspectie van het buitenschilderwerk uitgevoerd in aanwezigheid van de hee [medewerker van lakkenfabrikant] van [lakkenfabrikant] . [medewerker van lakkenfabrikant] heeft naar aanleiding van deze inspectie een technisch advies van 13 juli 2009 aan [geintimeerde] toegestuurd. In dit advies is onder meer het volgende vermeld:
- reeds vanaf de nieuwbouw situatie is er al ca. 20 jaar sprake van een regelmatig terugkerende lekkage via de traphal puien.
- door de aannemer zijn er diverse werkzaamheden verricht, echter tot op heden zonder het gewenste resultaat.
- voordat er wordt overgegaan tot uitvoeren van het buitenschilderwerk, welke gepland stond voor 2009, is het van belang om eerst de lekkage oorzaak vast te stellen en op te lossen.
- Plaatselijk houtrot aantasting in enkele verbindingen van de opgedikte verticale kozijnstijlen
- plaatselijk roestende schroeven in de opgedikte kozijnstijlen
- sterk alg- en mos aangroei plaatselijk
- een verweerd verfsysteem
- een “droog” beglazingssysteem toegepast middels rubberband profiel
- sterk verweerde en bladderende trespa koppelstroken op de uitwendige hoeken
- losgescheurde kitvoegen t.p.v. de trespa koppelstroken
- horizontale stapeldorpels zijn afgekit, doch op tal van plekken los gescheurd
- diverse leksporen (vervuiling op het schilderwerk en de trespa panelen
- op diverse etages water geconstateerd dd. 04.11.2009 tijdens nieuwe inspectie
- droge beglazings rubbers; vervangen voor Urethaan kit met rugvulling
- dilitaties in stapel dorpels; uitfrezen en vervangen voor Urethaan kit met rugvulling
- trespa koppelstroken op uitwendige hoeken; vervangen en vochtkerend aanbrengen
- slechte houtverbinding van de opgedikte stijlen uitzagen en vervangen
- droge beglazings rubbers; vervangen voor Urethaan kit met rugvulling
- kozijn aansluitingen op betonnen verdiepingsvloeren; rugvulling met dilitatiekit afdichting
- geheel bijwerken en 1x dekkend overschilderen in [lakkenfabrikant] Rubbol BL Ultrasatin
- Bij brief van 12 april 2010 heeft [appellante] de offertes geaccepteerd en [geintimeerde] opdracht gegeven voor uitvoering van de werkzaamheden.
- [geintimeerde] heeft de herstelwerkzaamheden op 26 september 2011 opgeleverd.
- Bij e-mail van 6 januari 2012 heeft [appellante] [geintimeerde] onder meer verzocht om verstrekking van een garantieverklaring.
- Op 16 februari 2012 heeft [geintimeerde] aan [appellante] een garantieverklaring toegestuurd. In die garantieverklaring staat onder meer het volgende:
- droge beglazings rubbers; vervangen voor Urethaan kit met rugvulling
- dilitaties in stapel dorpels; uitfrezen en vervangen voor Urethaan kit met rugvulling
- trespa koppelstroken op uitwendige hoeken; vervangen en vochtkerend aanbrengen
- slechte houtverbinding van de opgedikte stijlen uitzagen en vervangen
- droge beglazings rubbers; vervangen voor Urethaan kit met rugvulling
- kozijn aansluitingen op betonnen verdiepingsvloeren; rugvulling met dilitatiekit afdichting
- geheel bijwerken en 1x dekkend overschilderen in [lakkenfabrikant] Rubbol BL Ultrasatin
- Na oplevering heeft [appellante] [geintimeerde] verschillende keren meegedeeld dat er lekkages zijn opgetreden bij de puien van de trappenhuizen.
- Bij brief van 17 januari 2013 heeft [appellante] aan [geintimeerde] onder meer het volgende meegedeeld:
- Bij brief van 29 mei 2013 heeft de rechtsbijstandsverzekeraar van [appellante] [geintimeerde] in gebreke gesteld en aan [geintimeerde] een termijn gesteld tot 30 september 2013 voor het afronden van de herstelwerkzaamheden die nodig zijn om de puien van de trappenhal waterdicht te maken.
- Op 25 augustus 2014 heeft in opdracht van (de rechtsbijstandsverzekeraar van) [appellante] een expertise plaatsgehad naar de oorzaak van de lekkages door [expert] van [expertise] Groep B.V. (hierna: [expertise] ). In het naar aanleiding van het onderzoek gemaakte rapport van 13 november 2014 is onder meer het volgende vermeld:
- In een aanvullend rapport van 25 november 2016 heeft [expertise] de herstelkosten begroot op € 6.496,64 inclusief btw.
- Bij brief van 15 maart 2017 heeft de rechtsbijstandsverzekeraar van [appellante] aan [geintimeerde] onder meer het volgende meegedeeld:
- Er dringt niet veel regenwater rechtstreeks door de constructie. De verticale kitnaad houdt dit vooral tegen. Het regenwater dat doordringt komt via het H-profiel. Dat water zakt naar beneden en zal aan de onderzijde van de trappenhal naar buiten lopen.
- De vochtige omstandigheid achter de tape/folie wordt veroorzaakt door vorming van condenswater. (…)
- een verklaring voor recht dat de overeenkomst tussen [appellante] en [geintimeerde] ten aanzien van de herstelwerkzaamheden aan de trappenhal met ingang van 15 maart 2017 buitengerechtelijk gedeeltelijk ontbonden is, dan wel gedeeltelijke ontbinding van deze overeenkomst;
- veroordeling van [geintimeerde] tot betaling van € 38.285,97 vermeerderd met wettelijke handelsrente.
- een verklaring voor recht dat artikel 13 lid 1 van de Algemene Consumentenvoorwaarden voor het AF-erkende schilders-, behangers- en glaszetbedrijf in Nederland ex artikel 6:233 lid b BW is vernietigd, dan wel dit artikel te vernietigen;
- veroordeling van [geintimeerde] tot betaling van € 3.228,99 ter zake kosten ter vaststelling van de schade, vermeerderen met wettelijke handelsrente,
- veroordeling van [geintimeerde] in de proceskosten.
- De vraag welke verbintenis [geintimeerde] op zich genomen heeft, is een kwestie van uitleg van de overeenkomst die [geintimeerde] met [appellante] heeft gesloten (rov. 4.3).
- De bewoordingen in de offerte van [geintimeerde] lijken volgens hun normale taalkundige betekenis in te houden dat [geintimeerde] zich heeft verbonden tot het waterdicht maken van de puien. Die uitleg wordt gesteund door de door [directeur van geintimeerde] tegenover [voorzitter van appellante] gedane mededeling dat de constructie zo dicht zou zijn als een aquarium (rov. 4.4).
- Een taalkundige uitleg is echter niet doorslaggevend. In de gegeven omstandigheden diende [appellante] er vanuit te gaan dat [directeur van geintimeerde] de mededeling mogelijk deed met het oog op de vervanging van de ‘droge’ beglazing en mocht [appellante] er redelijkerwijs niet, zonder [geintimeerde] om een toelichting te vragen, van uitgaan dat [geintimeerde] ervoor zou zorgen dat zij de volledige pui waterdicht zou maken (rov. 4.5).
- De conclusie is dat [geintimeerde] zich niet heeft verbonden tot het waterdicht maken van de gehele puien. [geintimeerde] is dus niet tekortgeschoten in de nakoming van haar verbintenissen (rov. 4.6).
- dat [geintimeerde] de verbintenis op zich heeft genomen om de puien van de trappenhuizen waterdicht te maken en dat [geintimeerde] daarbij heeft gegarandeerd dat de puien tenminste 10 jaar waterdicht zouden blijven;
- dat [geintimeerde] in de nakoming van die verbintenis is tekortgeschoten omdat na uitvoering van de werkzaamheden nog steeds sprake was van lekkages.
“voordat er wordt overgegaan tot uitvoeren van het buitenschilderwerk (…) is het van belang om eerst de lekkage oorzaak vast te stellen en op te lossen.”en voor de verderop in de offerte geplaatste zinssnede:
“Enkel door deze aanpak kan een volledig waterdichte pui constructie worden gegarandeerd!!”.Het hof deelt echter het oordeel van de rechtbank dat [appellante] uit die zinsneden niet heeft mogen afleiden dat [geintimeerde] niet alleen waterdichtheid garandeerde van de onderdelen van de puien waaraan zij werkzaamheden zou verrichten maar ook van de onderdelen waaraan zij geen werkzaamheden zou verrichten. Het hof acht daarbij evenals de rechtbank van belang dat de lekkages zich al sinds de oplevering van het appartementengebouw in 1989 voordeden en dat noch de aannemer, noch een in lekdetectie gespecialiseerd bureau de oorzaak van de lekkages hadden kunnen vinden. Het hof acht voorts van belang dat [geintimeerde] , naar [appellante] bekend was, zich hoofdzakelijk bezig houdt met glas-, schilder-, behang-, stuc- en spuitwerkzaamheden. [geintimeerde] is, zoals [appellante] wist, geen architectenbureau, bouwkundig bureau of een in het opsporen van oorzaken van lekkages gespecialiseerd bureau. De lekkages waren dus een probleem van [appellante] waarvoor zij de verantwoordelijkheid niet zonder meer bij [geintimeerde] kon neerleggen. Bij deze stand van zaken mocht [appellante] niet, zonder daar navraag naar te doen, aannemen dat [geintimeerde] de waterdichtheid garandeerde van onderdelen van de pui-constructie waaraan zij geen werkzaamheden zou uitvoeren en die bovendien niet behoorden tot het terrein van haar deskundigheid.
VvE-Advies van 24 juli 2017, dat door haar als productie 1 bij de memorie van grieven is overgelegd.
- De EPDM-voegband die volgens het advies van de kozijnfabrikant had moeten zijn aangebracht, ontbreekt geheel. De opgedikte lat van de stijl is zonder sponning uitgevoerd waardoor er geen EPDM-voegband kon worden aangebracht.
- De aannemer heeft een folie/tape gebruikt voor de waterkering. Die folie/tape wordt om de circa 25 cm geperforeerd door de nagels in de houten regels waarop de Trespa stroken zijn bevestigd. Die nagels zijn daardoor gaan roesten.
- Na het verwijderen van de tape/folie zijn sporen van vocht en condenswater zichtbaar.
- Dit vocht is daar gekomen doordat de verticale naad tussen de spouwlatten open staat en deze holle ruimte in open verbinding staat met de binnen-lucht, mede omdat aan de binnenzijde de aftimmering op de kozijnstijlen niet doorloopt tot aan de dubbele dorpel. Vanuit de binnenzijde is geen dampremmende laag aanwezig. Daardoor dringt warme binnenlucht door tot aan de achterzijde van de folie/tape.