Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 5456200 CV EXPL 16-9373)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties en eiswijziging;
- de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep met producties en eiswijziging;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep met één productie;
- de akte van [geïntimeerde] ;
- de antwoordakte van [appellant] .
3.De beoordeling
“Hieruit blijkt genoegzaam dat de wanden niet goed en deugdelijk zijn gestuct. Er zijn diverse oneffenheden geconstateerd en om die reden loopt de gehele bouw vertraging op.”
“om de muren opnieuw te komen stucen c.q. correct af te komen werken – en wel uiterlijk maandag 11 januari a.s. – (…)”.
“Bij deze gelegenheid zal cliënt de door hem uitgevoerde werkzaamheden inspecteren en herstellen c.q. afwerken waar nodig.”
diverse oneffenheden op wanden”. In een eerdere sommatiebrief van [appellant] zelf, d.d. 21 december 2015 (als productie 15 gevoegd bij voormelde KG dagvaarding) was alleen sprake van het stucwerk in de badkamer dat niet goed genoeg zou zijn om te schilderen. Dat gebrek is kennelijk nadien hersteld, aangezien de firma [firmanaam] op 29 december 2015 (productie 2 bij de eerdergenoemde brief van de advocaat van [appellant] d.d. 5 januari 2016) aan [appellant] meldt: “
en hebben wij ook al een behoorlijke tijd moeten wachten tot de wand van de badkamer definitief klaar was om het badmeubel te kunnen hangen.”