Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
De voorlopige hechtenis van de verdachte is geschorst op [datum 1] . De verdachte heeft na zijn vrijlating op [datum 2] zijn berechting in vrijheid mogen afwachten. De tijd die de verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht, moet worden afgetrokken van de straf die wordt opgelegd. Dat betekent dat hij nog geruime tijd terug zal moeten naar de gevangenis. Gelet op de ernst van de feiten en de op te leggen straf, is de rechtbank van oordeel dat het onaanvaardbaar is dat de verdachte een eventueel hoger beroep ook in vrijheid zou mogen afwachten. Zij zal daarom de schorsing van de voorlopige hechtenis opheffen met ingang van vandaag.”