In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], die onder toezicht zijn gesteld van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. De moeder van de kinderen, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Oost-Brabant, heeft zorgen geuit over haar opvoedcapaciteiten en de situatie thuis. De moeder heeft in het verleden een suïcidepoging gedaan en is niet in therapie gegaan om haar persoonlijke trauma's te verwerken, wat haar emotionele beschikbaarheid voor de kinderen beïnvloedt. De nieuwe echtgenoot van de moeder roept ook zorgen op, wat de veiligheid van de kinderen in gevaar brengt.
Tijdens de mondelinge behandeling op 2 juli 2019 zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de moeder, de pleegvader en vertegenwoordigers van de GI. De GI heeft verzocht om de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar hoger beroep, terwijl de moeder haar verzoek om de uithuisplaatsing te beëindigen heeft onderbouwd met argumenten over haar verbeterde situatie. Het hof heeft echter geconcludeerd dat de zorgen over de moeder en haar echtgenoot nog steeds bestaan en dat de uithuisplaatsing van de kinderen noodzakelijk blijft. De beschikking van de rechtbank is dan ook bekrachtigd.