In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van de man tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 13 juli 2018. De man verzocht het hof om de beschikking van de rechtbank te vernietigen en zijn verzoek tot wijziging van de kinderalimentatie opnieuw te beoordelen. De man en de vrouw, die eerder gehuwd waren, hebben samen twee minderjarige kinderen. De rechtbank had in een eerdere beschikking van 11 september 2015 bepaald dat de man een bijdrage van € 155,23 per kind per maand moest betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen. De man verzocht het hof om deze bijdrage met terugwerkende kracht op nihil te stellen, met ingang van 1 augustus 2017.
Tijdens de procedure heeft het hof kennisgenomen van de correspondentie tussen de advocaten van beide partijen, waaruit bleek dat zij een minnelijke regeling hadden getroffen. Deze regeling hield in dat de man voorlopig geen kinderalimentatie meer zou betalen en dat hij een achterstand van € 1.060,- zou voldoen voor de periode van 1 september 2017 tot 28 maart 2019. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd, met uitzondering van de proceskostencompensatie, en heeft de kinderalimentatie met terugwerkende kracht gewijzigd. De man moet nu de overeengekomen bijdrage van € 1.060,- voldoen voor de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen, en de kosten van het geding worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.
De uitspraak is gedaan op 22 augustus 2019 door een meervoudige kamer van het hof, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.