3.1.[appellante] vordert dat het hof bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis van 28 november 2018 vernietigt en opnieuw rechtdoende:
in het incident ex artikel 843a Rv
A. [geïntimeerde 1] veroordeelt binnen twee weken na betekening van dit arrest aan appellante te verstrekken afschriften van bescheiden die zien op de door [geïntimeerde 1] aan [appellante] geleverde Apple producten zoals gespecificeerd in de facturen van 1 februari 2016,
17 februari 2016, 11 maart 2016, 4 mei 2016 en 1 juni 2016, met betrekking tot de herkomst, authenticiteit en vrije verhandelbaarheid van de onderhavige producten, waaronder meer specifiek, inkoopfacturen, inkooporders, rapporten met betrekking tot de herkomst en authenticiteit en de correspondentie met Apple waar het deze producten als voornoemd betreft;
[geïntimeerde 1] te veroordelen tot het betalen van een dwangsom van € 2.000,00 per dag dat [geïntimeerde 1] geen opvolging geeft aan het verzoek tot overlegging van de bescheiden als bedoeld onder A,
in de hoofdzaak
[geïntimeerde 1] te bevelen een bedrag van € 5.600,00 te betalen, vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten van € 655,00 alsmede de wettelijke handelsrente vanaf 19 oktober 2017,
[geïntimeerde 2] te bevelen een bedrag van € 2.400,00 te betalen, vermeerderd met de buitengerechtelijke incassokosten van € 360,00 alsmede de wettelijke handelsrente vanaf 19 oktober 2017,
in het incident en in de hoofdzaak
[geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] te veroordelen in de kosten van de procedure in beide instanties, een en ander binnen veertien dagen na dagtekening van dit arrest, en – voor zover voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over deze (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn.